President Bouterse noemde NPS-dissident Remy Polak de “kleine Pengel” op een vergadering te Tamansari het afgelopen weekend. NPS-hoofdbestuurslid Sunil Oemrawsingh geeft aan dat grote delen van Suriname en vooral de NPS’ers de NDP-voorzitter dit bijzonder kwalijk nemen. “Hoe vergelijk je een dissident met een staatsman als Pengel”, vraagt hij zich verontwaardigt af. “Een man die nooit zijn idealen heeft verruild voor materiële voordelen. Pengel heeft in zijn partij de NPS strijd gevoerd om verschillen van inzichten met andere
leiders uit de NPS en heeft het gebracht tot voorzitter van deze machtige partij. Hij is niet weggegaan, omdat hij zijn zin niet heeft gehad. Als voorbeeld voor strijd om idealen kan worden aangehaald de kwestie Land van Dijk.
Pengel heeft daar met de bewoners
gestreden dat zij niet van hun erven werden “verjaagd”, maar een oplossing voor hen gebracht. Zijn optreden voor de “mofina wan” (minder draagkrachtigen) in de kwestie “Land van Dijk” heeft erin geresulteerd dat hij voor veel minstbedeelden moest opkomen. Zo werd hij benaderd door de oprichters van De Moederbond om de eerste voorzitter te worden. Onder leiding van Pengel als voorzitter van De Moederbond vond de ondertekening plaats van de eerste “collectieve arbeidsovereenkomst”. Oemrawsingh memoreert deze verworvenheden van de grote Jopie Pengel in verband met zijn 99ste geboortedag op dinsdag 20 januari.
“Naast politicus heeft deze veelzijdige Surinamer zich ook begeven in de journalistiek. Als schrijver van een vaste rubriek “Achter de schermen”, in de krant “De Volksstem” uitgegeven door Maurits Ramlakhan, werd hij nog populairder onder het volk. In de jaren vijftig gaf Pengel samen met Just Rens zijn eigen krant uit “Nieuw Suriname” genaamd.
“Zijn visie met betrekking tot de economie was dat de monocultuur (afhankelijkheid van Nederland) verbroken moest worden en de economie moest gediversifieerd worden. De grootste bijdrage echter zien wij zijn verbroederingspolitiek die hij samen met J. Lachmon heeft gevoerd. Het resultaat is dat wij vandaag een fundament hebben met tolerantie, solidariteit en onderling respect voor elkaar.”