Op maandag 19 januari heeft D. Balraadjsing het artikel met als kop: “Terugkeer weggevluchte Marron (voorheen Bosnegers)” gepubliceerd. Een goede en analytische lezer zal snel tot de ontdekking komen dat het artikel zeer dualistisch van aard is. Aan de ene kant geeft de schrijver aan dat de Bosnegers of Marrons, zoals hij die groep noemt, helden zijn omdat zij zichzelf bevrijd hebben van de verfoeilijke slavernij. Maar aan de andere kant geeft hij eerst subtiel en dan plotseling concreet aan dat de groep zich bezighoudt met criminele activiteiten. Deze criminele activiteiten zouden in zijn benadering specifiek gericht zijn tegen Hindoestanen en Chinezen. Een zeer opvallende, maar bovenal ongefundeerd opmerking van de Balraadjsing richting de Bosnegers, is toch wel het volgende citaat: “Hun rebelse droom van de oprichting van een onafhankelijk zwart koninkrijk werd echter verpletterd door de koloniale troepen en als die droom was uitgekomen, zou Suriname een nieuwe Haïti zijn geworden”.
Deze uitspraak heeft een evidente ondertoon van denigrering en stigmatisering van de groep of beter gezegd van de zwarte bevolking. Dit zeg ik naar aanleiding van de zo vaak gehoorde mondiale ongenuanceerde opmerking over het falende beleid, dat gevoerd wordt door enkele leiders in Afrika. Maar men vergeet daarbij te stellen dat het falen vaker te maken heeft met externe factoren en wel in neokoloniale perspectief gezien. Voor de inval van de kolonisator in Afrika had je zeer bloeiende koninkrijken die met geweld ten gronde zijn gericht.
Terugkomend op het artikel. De scribent vervolgt door te stellen: “Vanaf het einde van de 20ste eeuw, door ontsluiting van het bos door water- weg (land) en luchtwegen, de binnenlandse oorlog en de trek van jongeren naar de stad, werd Paramaribo overspoeld door Marrons. Deze twee aangehaalde citaten worden gedaan dwars door enkele opmerkingen die als je niet goed leest, vleiend overkomen naar de groep toe. Ik zal aangeven dat het incorrect is de etnische groep bosnegers als collectiviteit op deze manier publiekelijk te bejegenen.
Bevrijdingsstrijd van ex-slaven
De slaven die geen genoegen namen met de mensonterende slavernij, hebben daadwerkelijk de moed genomen zich te bevrijden van het juk van de fysieke en mentale slavernij. Dat is correct. Dat door de strijd van deze helden die met de denigrerende naam Marron werden aangeduid door met name de plantage-eigenaren, de plantage economie tot faillissement heeft geleid staat ook buiten kijf. De bevrijdingsstrijd heeft ook geleid tot het stichten dorpsgemeenschappen in het binnenland. Dit impliceert dat de bosnegers een zeer grote bijdrage geleverd hebben aan het cultiveren van het binnenland van Suriname. Met een woord kan gezegd worden dat deze geografische gedetermineerde etnische groep van zeer grote historische waarde is voor Suriname. Als wij goed kijken naar waardering van deze groep door de nationale overheid, dan moet ik vaststellen dat het een triest beeld als resultaat oplevert. Ik durf zelf te stellen dat minder dan 5% van het bruto binnenland product (BBP) wordt besteed aan de ontwikkeling van het binnenland. Het is derhalve niet verwonderlijk dat de kwaliteit van het leven in al zijn facetten achterloopt op die van de kuststrook districten. Dit alles terwijl een significant deel van wat wij met zijn allen verdienen, wordt opgebracht door ontwikkelingsactiviteiten in het binnenland. Denkt u maar aan goud, hout, steenslag etc.
Bij het initiëren van het grass hopperproject door de grote geest Frank Essed, zijn het weer de Bosnegers die voor een belangrijk deel het tracé mede hebben aangelegd naar de delfstoffen area die vanuit de lucht ontdekt zijn. Denk maar aan de diensten GMD, BWKW enz. Ook bij de bouw van de Afobakkadam is een niet te onderschatten bijdrage geleverd, fysiek als mentaal, aan het ontwikkelen van dit hydro-potentieel. Fysiek, omdat er bijdrage is geleverd in de vorm van productiekracht tegen betaling uiteraard. Hierdoor kwamen de Bosnegers structureel in aanraking met de geldeconomie, hetgeen mede zou leiden tot urbanisatie naar de kuststrook. Uiteraard zijn er andere reden, die ik indicatief hierboven heb aangegeven, welke de urbanisatie bevorderd heeft. Mentaal, omdat haast 27 dorpen gedwongen en op een absurde manier ‘gereloceerd’ moesten worden. De nationale overheid heeft op schandalige manier gebruik gemaakt van de misrekening van de bosnegers in het gebied ten aanzien van omvang van het meer, om een paar honderdtal kippenhokjes neer te zetten voor de ‘gereloceerden’. Tot nu toe is er in die dorpen weinig gedaan om een kwalitatief menswaardig bestaan te garanderen. Dit onmenswaardig bestaan kan geëxtrapoleerd worden naar alle gebieden van het binnenland. Hoe verder je het binnenland intrekt, hoe erbarmelijker de leefomstandigheden. Dit heeft tot gevolg dat er geen ontwikkelingsperspectief of overlevingskansen voor de jongeren bestaan. Het gevolg is dat men evenals in alle landen in de wereld het geval is, trekt naar ontwikkelde gebieden. Het is dus niet een fenomeen dat zich alleen in Suriname of in de ontwikkelingslanden voordoet, maar ook in de ontwikkelde landen.
Urbanisatie en criminaliteit
Als mensen die naar de stedelijke gebieden vertrekken in een verkeerd milieu terechtkomen, zal indien ze een sterk karakter ontberen gemakkelijk in het criminaliteitscircuit ingeloodst worden. Dit is absoluut ook gebeurd met enkele jongens die uit het binnenland afkomstig zijn. Vooral uit de groep die tussen 1986 en 1990 in Paramaribo kwamen als gevolg van de vuile binnenlandse oorlog. De reden van het vervallen tot crimineel gedrag van enkele van de jongens, varieert van verwaarlozing tot trauma. Weet dat vele van deze jongens hun ouders hebben verloren op gruwelijke manier, zonder bij de oorlog betrokken te zijn geweest. Dus op onschuldige manier geliquideerd. Er heeft op geen enkele manier mentale reparatie van de getraumatiseerden plaatsgevonden. Het gevolg is dat enkele van deze jongens op instigatie van de onderwereld het criminele pad zijn opgegaan. Het is een voldongen feit dat de ‘Gang’ in Latour en omgeving mede wordt geleid door de groepen bosnegers die als gevolg van een slecht resocialisatieprogramma recidivisten zijn geworden. Ik moet opmerken dat de eerste slachtoffers van het crimineel gedrag van enkele bosnegers, de eigen familieleden of groepsgenoten zijn. Dit wordt weinig naar buiten toe bekendgemaakt. Criminaliteit in al haar vormen moet worden afgekeurd en dat onderstreep ik hierbij.
Maar laat het duidelijk zijn dat criminaliteit in elke etnische groep voorkomt. Ik prijs mij gelukkig dat proportioneel bekeken het overgrote deel van de Bosnegers een voorbeeldige levensstijl of beeld laat zien. Ik schat het aantal Bosnegers in de kuststreek op de helft van het totaal aantal bosnegers volgens ABS data. Dit betekent dat er ongeveer 40.000 bosnegers in de kuststreek woonachtig zijn. Het zou goed zijn dat de politie middels objectieve statistieken aangeeft hoeveel procent van de bosnegers in de stedelijke districten zich schuldig maken aan criminaliteit. Ik geloof dat dit niet boven 5% uitpakt. Daar tegenover doet meer dan 80% het goed op studie, werk, muziek en sport gebied. Kijk maar naar het aantal studenten op de mulo, middelbare, HBO-scholen en op de universiteit. Kijk maar naar het aantal kantoorambtenaren, leerkrachten, arbeiders in de private bedrijven en de eigen bedrijven.
Met deze voorbeelden wil ik aangeven of weerleggen dat het niet juist is de groep te stigmatiseren uitgaande van het slechte en niet tolereerbare gedrag van enkele Bosnegers. En het is ook niet correct te stellen dat vooraanstaande Bosnegers dit vaak besproken vraagstuk bagatelliseren. Ik weet dat er acties binnen het vermogen van de groep worden ondernomen om het aantal dat vervallen tot criminele handeling te reduceren. Misschien moet zulks geïntensiveerd worden. Het is echter een maatschappelijk probleem, dus ben ik het volkomen eens met Balraadjsing dat er vanwege de overheid beleid wordt losgelaten op dit vraagstuk. Ik sluit af met te stellen dat elk mens zelf zijn of haar identificatiefiguren op basis van eigen inzichten en karaktereigenschappen kiest of vaststelt. De ene persoon vindt bijvoorbeeld dat iemand die zich als gangster en demagoog opstelt, de juiste en goede voorbeeldfiguur is. De andere vindt dat zo een persoon geen voorbeeldfiguur kan zijn en dus als kwaad wordt afgezet. Het is hoe de mens omgaat met het normen- en waardenstelsel. Voor wat dit laatste betreft, staat Suriname naar mijn inzichten op een kruispunt.
Bert Eersteling