Het staat ook wel bekend als de wet van het pendulumeffect. Pendulum staat voor ‘slingeruurwerk’. De wet van de slinger komt erop neer dat managers de neiging vertonen om voortdurend te schipperen tussen twee uitersten: zij slingeren van de ene zijde naar de andere, op zoek naar het beste. Daarbij veel aandacht schenkend aan wat op zeker moment ’trendy’ is. Dit gedrag vertonen zij niet slechts op het niveau van de routines, maar ook op de hogere niveaus van hun optreden als managers. Deze personen bewegen zich van het ene uiteinde van de aandachtlijn naar de andere. Het lastige van dit slingereffect is dat managers door hun heen-en-weer-gaande bewegingen allicht van streek raken en steeds het gevoel krijgen dat zij wel nieuwe zakken gevonden hebben, om daarin uiteindelijk toch weer de oude wijn te schenken. De slachtoffers van dit pendulumeffect hollen van sprekers naar sprekers, zij keren hun oude managementmeester de rug toe wanneer zij merken of het vermoeden hebben dat zij toch bij de verkeerde goeroe hun heil hebben gezocht. Een variant op deze wet van de slinger kan best wel herkend worden in hetgeen zich thans op het landschap van de Surinaamse politiek voordoet. Wanneer redactionele commentaren op de huidige verwikkelingen wijzen op de meest waardeloze verkiezingen die wij in het jaar 2015 zullen beleven, is dat niet van grond ontbloot. Beschamend zijn de taferelen die voor het oog van de gemeenschap nu voorbijtrekken. Scholieren, studenten, beroepsgroepen, het totale maatschappelijk middenveld en het volk kijken verbijsterd toe welke platvloerse opvoeringen door politici, profiteurs en zij die smachten naar een plekje op het stembiljet, ten beste gegeven worden. Het is de tijd van het inlikken bij de partijbaas, het wordt elleboogwerk tussen waterdragers, uitslovers en bruinwerkers om de gunst van de partijleider. Ook tussen hen die de smaak der vleespotten uit hun vroegere comfortperioden nog op de tong hebben, hetzij als voormalige ministers, assembleeleden, ambassadeurs of ooit in andere smaakvolle posities figureerden, en die hun partijleider nu bewieroken. Dit huichelachtig gedrag is het karakteristieke kenmerk van elke verkiezing in ons land. Wij weten dat deze lieden hun gevoel van eigenwaarde prijsgeven voor wat materieel gewin. Politiek in Suriname is immers handelswaar, het is ruilmiddel, het is ‘big business’. Een partijleider die zich als de gedoodverfde president 2015 presenteert, zonder nochtans ooit een toekomstvisie over de ontwikkeling van de maatschappij te hebben verkondigd, zelfverheerlijking niet schuwt, onhandigheid in woordgebruik etaleert, aangejaagd door machtshonger rondholt, een allegaartje van zijn politieke organisatie maakt, anderen op het hart trapt, doch niet bij machte blijkt te zijn een inspirerende toespraak te houden. Weer een andere die de gemeenschap de blijde boodschap over zijn aanstaande bachelorstitel brengt, zich kennelijk in het land der stommeriken wanend. Ginds weer partijleiders die stampei maken, niet over de verschillen over beleidsvisies, beleidsprioriteiten, paradigmaveranderingen, reconstructie van het overheidsapparaat of cultuurverandering, doch over de toewijzing aan hun partij van zetels op DNA-, DR- en RR-niveau. Toiletpapier is nu de metafoor, die ook werkelijk past bij het scholingsniveau van personen van wie de jongere generaties volstrekt niets kunnen leren. Politici vernederen elkaar, partijleiders slaan dit met voldoening gade. Soms in volle glorie met bloemenkransen omhangen.
Woudlopers
De merkbare bewegingen op het politieke veld zijn fysieke verplaatsingen van opportunisten, geen golfbewegingen, geen accentverschuivingen, geen vernieuwingen. Zowel geschoolden als ongeschoolden zoeken naarstig naar het meest geschikte onderdak ten dienste van hun eigen belangen. Waar de een de corruptiehaard wanhopig verlaat, volgt zijn of haar aanmelding bij een ander corruptieoord. Grote vissen bijten elkaar niet. Zij keren nu hun geliefde partij wel de rug toe. Corruptiezatheid is hun leidmotief. Bijkans vijf jaren waren zij daar blind voor. Harde partijwerkers, die geen beloning of erkenning hebben gekregen van de regeringsleider. Waarop is hun ontevredenheid gebaseerd? Geen vergunningen, concessies, of specifieke import- of exportfaciliteiten, of gefaciliteerde deviezenaankopen als waardering? Of leuke overheidsbanen in de publieke dienst voor zichzelf of voor hun dierbaren? Of ontheven? Ook geen domeingrond? Of betreft het toch een gemiste opdrachtgunning? Werkelijk niets? En over die corruptieafwijzing en de breuk met de geliefde partij gesproken. Waarom deze omslag niet eerder, doch opvallend aan het einde van de rit? Was de welig tierende corruptie werkelijk de druppel, die de emmer opmerkelijk deed overlopen? Of zijn hun persoonlijke belangen niet behartigd? Op ons achterhoofd zijn wij gelukkig niet gevallen. Maar het blijft verkiezingstijd. Onze politieke partijen staan reeds op de menukaart: wie lust doet maar een menukeuze. Wel zijn er zijn slechts twee gerechten beschikbaar in het eethuis: corruptie of onbetrouwbaarheid. De iconen daarvan wachten op ons.
Stanley Westerborg
[email protected]