DOE-parlementariër Carl Breeveld, die zich ernstig verzet tegen het openen van goudopkoop- en verwerkingsbedrijven in stedelijke gebieden, heeft donderdag een open brief gericht aan president Bouterse. In dit schrijven vraagt Breeveld de president te willen ingrijpen nu het goudopkoop- en verwerkingsbedrijf te Maretraite na een sluiting van een week, wederom mag proefdraaien.
“De buurtbewoners in de omgeving van het Boys Sportcentrum, de scholen en het internaat Siswa Tama, hebben eerder bij u en andere instanties een petitie ingediend tegen het opzetten van goudopkoop- en goudverwerkingsactiviteiten in hun (woon)omgeving te Maretraite in Paramaribo-Noord”, stelt Breeveld in zijn schrijven.
De buurtbewoners hebben in samenwerking met Breeveld op zaterdag 08 november 2014 een vreedzame protestactie georganiseerd. Dit bedrijf werd op 02 december 2014 door districtscommissaris Jerry Miranda gesloten. De omgeving Maretraite is kinderrijk met verschillende basisscholen. Het Boys Sportcentrum in de Eldoradolaan wordt door de verschillende scholen in de omgeving en verschillende sportverenigingen dagelijks gebruikt. Er bestaat een risico dat schadelijke kwikdampen in de lucht vrijkomen en hierdoor de woonomgeving vervuild wordt en de gezondheid van vele burgers gevaar loopt. Volgens informatie zou in 2007 de toenmalige districtscommissaris een verbod hebben uitgevaardigd voor het opzetten van dergelijke bedrijven in Paramaribo. Breeveld memoreert dat op 3 oktober 2013 in De Nationale Assemblee dit probleem uitgebreid werd besproken, nadat het in verschillende eerdere vergaderingen aan de orde was geweest. In de vergadering werd duidelijk, bij monde van de vicepresident aangegeven wat het regeringsstandpunt is, namelijk dat in stedelijke gebieden geen goudverwerkingsbedrijven mogen worden opgezet.
“Het argument dat is aangehaald om op basis van een eerder verstrekte vergunning toch nog het bedrijf een proefperiode te verlenen, is naar onze mening niet steekhoudend. Een bekend begrip tijdens uw regeerperiode is “verandering van beleidsinzichten”. Aangezien de vicepresident het officiële regeringsstandpunt heeft verwoord in DNA, dan dienen op grond hiervan vorige afspraken, als niet valide te worden beschouwd en als zodanig ook afgehandeld. In zo een geval moeten de aanvragers worden ingelicht over het nieuwe standpunt van de regering.’ Het bevreemdt Breeveld dat de huidige districtscommissaris bij de sluiting van het bedrijf, begin december, geen rekening gehouden heeft met hetgeen zijn voorganger had bepaald. ‘Voorts zijn wij verbaasd dat de vorige districtscommissaris in de pers verklaard heeft dat er niets aan de hand was totdat mocht blijken dat de ondernemer daadwerkelijk over zou gaan tot het openstellen van het goudverwerkingsbedrijf. Kennelijk waren zaken met de ondernemer toen reeds beklonken”, stelt de briefschrijver.
Breeveld vraagt de president om het opzetten van goudverwerkingsbedrijven in stedelijke gebieden, waaronder eerder genoemd bedrijf, af te wijzen.