Richard Kalloe is nog steeds de mening toegedaan dat Staatsolie een doodlopend bedrijf is. “Olie is een commodity. Dat betekent dat net als alle commodity’s, rijst, oliepalm, goud enz., de prijzen fluctueren, vandaar dat de prijzen goed in de gaten gehouden dienen te worden. Ik heb al een aantal keren aangegeven dat de prijs op de wereldoliemarkt helemaal geen relatie heeft met de echte productiekosten. Met andere woorden, de wereldoliemarktprijs is vele malen hoger dan de echte productiekosten. Ik heb mogen meemaken hoe de prijs van rijst en oliepalm op de wereldmarkt plotseling huizenhoog werd en weer plotseling naar beneden donderde. Dat wil zeggen dat je ervoor moet zorgen dat de vaste lasten zo laag mogelijk worden gehouden.”
Saddam Hoessein heeft Staatsolie gered
“Wat er is gaan gebeuren, is dat Saddam Hoessein Staatsolie gered heeft. Sinds de inval in Irak is de olieprijs gaan stijgen. Met andere woorden, als de olieprijs niet was gestegen, was Staatsolie in de problemen geraakt”, blijft Kalloe volhouden.
Wat is het geval?
“De eerste olie die hier werd gevonden, was al behoorlijk vloeibaar en wat nu gevonden wordt is dik vloeibaar, bijna vast. Het is bijna vaste stof. Je moet er kracht op uitoefenen, warmte aan toevoegen om hem vloeibaar, stromend te krijgen. En dat betekent extra kosten. Vanwege dit probleem is onze olie moeilijk te raffineren. Je hebt een speciale raffinaderij voor nodig. De eerste raffinaderij was al marginaal rendabel, hij was 2 maal te duur. Deze raffinaderij van 15000 barrels per dag is 3 maal te duur en hij is niet gemaakt om alle oliën te verwerken.”
Nader uitleg
“Wereldwijd worden er raffinaderijen gebouwd om een groter aanbod van ruwe olie te verwerken. Je kan dus olie halen van verschillende plaatsen en je bent in staat om alle soorten oliën te verwerken. Deze raffinaderij is dus niet daarop gebaseerd. Het is alleen gebaseerd op de ruwe olie van ons. Onze olie is dik, vloeibaar en heeft een hoge vaststofgehalte. Dat betekent dat je veel moeite en energie in zal moeten zetten om hem te maken tot een eindproduct”, maakt Kalloe zijn standpunt duidelijk.
Staatsolie moet saneren
“Wat je nu krijgt, is dat de olieprijs aan het dalen is en dat moet je verwachten van een commodity. De prijs was te hoog. De productiekosten zijn laag. Als de prijs hoog is, gaat iedereen willen aanbieden. Iedereen gaat olie zoeken om te kunnen aanbieden. Nu heeft iedereen olie gevonden en er is een overaanbod. De Opec zegt dat de olieprijs zal dalen tot ongeveer $40 per vat. De productiekosten van Staatsolie zijn $75 per vat ruwe olie. Dat is ruim boven de wereldmarktprijs. Dit betekent dat als Staatsolie niet snel gaat saneren en haar uitgaven niet drastisch terugbrengt, zodat haar kostprijs gaat dalen, Staatsolie niet langer dan 6 maanden zal stand houden, omdat de reserves hun voor 6 maanden de ademruimte geven. Staatsolie financiert veel van haar exploitaties met geleend geld. Als Staatsolie nu in problemen geraakt, zal ook zoals in het buitenland gebeurt, het bankwezen in Suriname ook in problemen terecht komen.”
“Toen deze regering aantrad, hadden wij voorgesteld om het bedrijf door te lichten. De overheid had in feite moeten nagaan wat er gedaan zou moeten worden met de oliereserves, hoe wij die het beste kunnen gebruiken. Men heeft dat overgelaten aan Staatsolie en die wilde aan grootdoenerij doen. Staatsolie is een eigen koninkrijk gaan bouwen. Als Staatsolie failliet raakt, zie je Marc Waaldijk vertrekken naar Hawaï en wij zitten met die gebakken peren”, aldus Kalloe.