Het in New York gevestigde Caribbean Guyana Institute for Democracy (CGID) zegt dat de beweringen van de voorzitter van de Caricom, premier Gaston Browne van Antigua en Barbuda, weerzinwekkend zijn voor de grondwet en de mensen van Guyana. De voorzitter zou hebben gezegd dat Caricom “het recht van Guyana’s president Donald Ramotar om het parlement te schorsen eerbiedigt” en “niet al te bezorgd” is. CGID-president Rickford Burke beschreef de opmerkingen van Browne als “niet-geïnformeerd en nutteloos”. Hij beschuldigde Caricom van partijdigheid jegens de regerende People’s Progressive Party (PPP). De gecombineerde oppositie overheerst het parlement met een meerderheid van 33 zetels; 7 van de AFC en 26 uit A Partnerschap voor Nationale Eenheid (APNU). De overheid is in de minderheid met 32 zetels.
Ramotar, in een toespraak tot het Guyanees volk op 6 december, beloofde het parlement niet te zullen terugroepen, maar slaagde niet erin om verkiezingen uit te roepen. Oppositieleiders brandmerkten hem onmiddellijk als een dictator die de grondwet misbruikt om aan de macht te blijven. Ze eisten dat de president een datum voor de verkiezingen uitschrijft. Inmiddels heeft Ramotar aangegeven dat hij in januari 2015 de datum van de verkiezing bekend zal maken.
Burke, een voormalig topassistent van gewezen president Desmond Hoyte, meent dat Ramotar misbruik maakt van zijn macht om het grondwettelijk gesanctioneerde impeachment-proces te belemmeren. Hij beweerde dat Ramotar in feite het parlement heeft ontbonden, maar het een “schorsing” noemt om te voorkomen dat hij verkiezingen moet uitschrijven.
Overigens is deze milde houding van de Caricom-voorzitter geen nieuwigheid. Ook Suriname heeft tot nog toe geen officieel standpunt ingenomen ten aanzien van deze situatie in Guyana.