Raadsman John Ferdinand liet duidelijk gisteren in de rechtszaal weten dat hij het niet eens was met de bewijsmiddelen die door leden van de Forensische Opsporing (FO) naar voren werden gebracht. Volgens de FO zouden de verdachte Milton W. en Furgil C. zich schuldig hebben gemaakt aan een drietal auto-inbraken, waarbij zij steeds dezelfde werkwijze hebben gehanteerd. In alle gevallen werden hun handelingen door beveiligingscamera`s opgenomen. Volgens Ferdinand is het onmogelijk dat FO een kleur voor het mogelijke voertuig van de verdachte Milton kan hanteren, terwijl de kleur helemaal niet duidelijk te zien is op het beeldmateriaal. In deze zaak werd een reconstructie gepleegd. Volgens agent B, die zijn bevindingen op het beeldmateriaal uitlegde, is duidelijk te zien dat de verdachten met hun eigen voertuig naast de voertuigen van de benadeelden parkeerden. Terwijl één van hun deed alsof hij iemand belde, stapte de andere uit het voertuig, sloeg de ruit van het voertuig van de benadeelde kapot en ging vervolgens ervandoor met de bezittingen van de benadeelde. De strafbare feiten werden op 27 mei aan het Garnizoenspad, 30 juni aan de Gemeenelandsweg en 14 juli aan de Wilhelminastraat gepleegd. In al de gevallen stonden de voertuigen bij winkels geparkeerd. Op het beeldmateriaal kon B de verdachte Milton echter niet meer herkennen. Dit is in tegenstelling tot wat hij in zijn proces-verbaal had opgenomen. In de pv gaf hij ook aan dat de vriendin van Milton hem op de beelden had herkend. De rechter heeft alle beelden stuk voor stuk doorgenomen en zal deze zaak in januari verder behandelen.
FR
