Voordat wij verder gaan hier willen wij voorop stellen dat wij nu geen standpunt innemen tegen het recht (op bescherming) van personen om te bedelen. Evenmin beweren wij dat de gehele nationale selectie van Suriname nu uit bedelaars bestaat. De SVB is thans bezig om zeer serieuze pogingen te ondernemen om op de wijze zoals het nu gangbaar is in de verder gemondialiseerde wereld, Suriname op het WK Voetbal te krijgen. Er zijn enkelen in deze samenleving die Suriname misschien wel willen zien spelen op een WK, maar absoluut niet willen dat uitgerekend deze voorzitter deze vergaande historische stappen neemt. Surinamers weten niet wat het allemaal in economisch opzicht betekent als Suriname op het WK verschijnt. Misschien moet eens een keer nadrukkelijk aan de burgers worden gezegd hoeveel SRD winst per hoofd van de bevolking er zal ontstaan als Suriname op het WK verschijnt. De exposure die Suriname zal krijgen, zal economische voordelen opleveren en het natiegevoel enorm opboosten. Het zal duurzaam economische voordelen opleveren. Surinamers hebben over het algemeen een lage scholing, blijkt onomstotelijk uit de cijfers. Statistieken zijn er niet, maar wij weten dat Surinamers ook heel slecht lezen. Desalniettemin zijn Surinamers deskundig in alles, ook op het sportgebied. Men is niet goed geïnformeerd, men heeft de (wets)voorstellen voor dubbele nationaliteit niet eens gelezen of men begint de zaak al af te keuren. Het heeft te maken met een soort fatalistisch gedrag, waarmee een deel van de Surinamers belast is. Men haat zichzelf en doet er alles aan om geen vorderingen te boeken. In een radioprogramma enige dagen terug werd door de bellers gesteld dat er voetballers genoeg zijn in Suriname. Inderdaad zijn er voetballers genoeg, maar ze zijn niet goed genoeg meer om van Bonaire te winnen. De burgerij, familie en vrienden, hebben de voetballers totaal verpest en gestrest. Men legt teveel druk op sporters om de focus te verleggen naar geld. Voetballers zoeken allerlei manieren om geld te bedelen bij de clubbesturen. De focus ligt niet meer op voetballen, men gaat niet meer naar voetbal omdat men ervan houdt, maar omdat er daar zogenaamd rijke mannen rondlopen. Het zogenaamde tekengeld dat men krijgt, in de hogere regionen wel eens duizenden dollars en auto’s, jaagt men in no time erdoor heen. Allerlei manieren worden daarna uitgedokterd om op losse basis nu geld te bedelen bij de clubbesturen: geveinsde blessures die alleen door obscure culturele masseurs kunnen worden opgelost tegen betaling, loon dat men ontbeert omdat men niet naar het werk kan gaan, een druk om naar de goudvelden te vertrekken omdat er in de stad geen werk is, inschrijfgeld voor opleidingen die men wil volgen maar waarvan men het inschrijfbewijs niet kan overleggen, gestolen bromfietsen, werk dat men op de wedstrijddag vroeg moet verlaten, splinternieuwe voetbalschoenen die zoek raken en allerlei huiselijke problemen en leningen die men niet kan aflossen. Alle problemen die voetballers in hun leven hebben, en dat zijn er in Suriname nogal veel, wordt meegenomen naar de club. Familieleden, vriendinnen (meer dan één) en vrienden zetten een druk op voetballers om het bestuur onder druk te zetten. Deze druk maakt dat voetballers – nu zelfs in de lagere regionen – veel meer middelen in hun handen krijgen, maar steeds minder presteren. Onze voetballers hebben een soort boefachtig karakter ontwikkeld. Dit gedrag wordt achterwege gelaten in dorpclubs en alleen vertoond als men in Paramaribo, Wanica en Commewijne is. De kwaliteit van de Surinaamse voetballers is steeds waardeloos aan het worden en dat komt omdat we geen echte voetballers meer hebben die van voetbal houden. Men komt als een prostituee naar de clubs. We zien nu dat voetballers steeds meer zaalvoetballers worden en dat spelers van de nationale selectie op allerlei kleine veldjes ‘copa’ spelen voor geld. Twintig jaar terug zouden nationale selectievoetballers het een degradatie vinden om voor geld op een klein veld ‘copa’ te gaan spelen, nu heeft men geen waardigheid en trots. Meer geld in deze zaak stoppen zou de situatie alleen maar verergeren, omdat onze voetballers ook geen denkvermogen hebben. Het zijn voor een groot deel drop-outs, vaak van de lagere school. We hebben dus inderdaad genoeg voetballers, maar het is allemaal van een te laag kaliber en mentaal verpest door gierige familie en vrienden. In de huidige plannen zouden zij de nationale selectie verpesten en we zouden met veel moeite komen op drie of vier die kunnen meelopen. Onze voetballers worden heel klein met een minderwaardigheidscomplex als ze hun boefachtige gedrag niet meer kunnen tentoonstellen, zoals bij een interland. Dan komt men echte voetballers tegen en voelt men zich de grond ingeboord. Wanneer burgers stellen dat wij onze ‘eigen’ kader moeten kweken, dan is dat waar. Maar het kan tegelijk. Op de korte termijn geven we de actoren het vertrouwen dat voetbal in Suriname nog een serieus ding is en op de lange termijn werken we aan een nieuwe generatie waarvan we de vruchten na 20 jaar, dus als we nu beginnen in 2034, plukken. Wat het meest steekt is de haat die vooral Surinamers van Afrikaanse afkomst (Afro-Surinamers) tonen voor hun bloedeigen familie in Nederland. Aan pakketten en euro’s ontvangen is er niets fout, men is jaarlijks hier en daar om te feesten of te rouwen, men noemt zich Srananman, maar men is ongewenst in onze nationale selectie. Wij Surinamers moeten onze broeders niet haten, omdat ze winnaars zijn en wij misschien losers zijn. De SVB is een prachtige weg ingeslagen en de puzzel klikt nu door goed denkwerk. Laten de Surinamers van zichzelf houden en haat tegenover onze eigen mensen achterwege laten. Het zijn winnaars en sterke broeders, laten wij ook sterk zijn en trotse mannen worden die niet constant ‘sjwaki’ zijn en voorkomen als bedelaars. De nationale selectie van Suriname verdient echte voetballers die toch wel door dit land zijn voortgebracht. De Surinamers in de Europese competities distantiëren zich niet van Suriname, ze hebben het risico genomen en in 2007 de Surinaamse vlag om hun schouders gedaan toen ze Jong Nederland tot Europees kampioen maakten.