De schrijver en psycholoog With heeft de vloer aangeveegd met o.a. de zogenaamde Marronpolitici en helemaal ongelijk kan je hem niet geven. Met de superlatieven waarvan hij zich bedient, zijn we vele malen voorzichtiger. Over de andere beroepsbroeders heeft de criticus geen uitspraak gedaan, maar hij vindt de Marronpolitici niet kloppen, ze zijn geen zuivere koffie. Mede daarom roept hij de stemgerechtigde Marrons op om niet naar de stembus te gaan op 25 mei 2015. De criticus doet blijken van een minachting voor de Marrons, die ook getoond wordt door zogenaamde Marronpartijen. Dus deze partijen zouden een minachting hebben getoond voor een groep burgers, waar men op basis van het kuddegevoel de stemmen gaat halen. Dat is politiek de hoogste vorm van minachting als bijvoorbeeld vergeleken zou worden met de attitude van de zogenaamde niet-Marronpartijen. De Marronpolitici halen dus stemmen in het binnenland en bepaalde delen van het stedelijk gebied, maar hebben in wezen geen aandacht voor de echte problemen waarmee de groep zit. De minachting gaat eigenlijk veel dieper. Zo tonen cijfers bijvoorbeeld aan dat Marronkinderen meer risico hebben lopen op ondervoeding. De regering komt nu met een programma waarbij schoolkinderen na school voeding krijgen, maar wie torpedeert en bemoeilijkt dit alles in het binnenland? Juist, de Marronpolitici die de gaarkeukens willen draaien en zoveel mogelijk het ter beschikking gestelde geld in hun zak willen stoppen. Men brengt het programma op de rand van de afgrond met corruptie met de eigen kinderen als slachtoffer. De oneerlijkheid maakte dat het goed bedoelde programma moest worden gestopt voor een evaluatie ten nadele van de kinderen in het eigen gebied. Hier zien we grove minachting van het eigen kind en de eigen toekomst dus ook. With vindt niet dat er veel aan de positie van de Marrons is veranderd. Het is valide om te kijken naar de positie van de Marrons, omdat die groep een achtergestelde groep is met grote gemeenschappelijk problemen. Deze groep heeft moeite met integratie in het stedelijke gebied na urbanisatie. Er zijn Marronpartijen die pretenderen dat ze de karakteristieke gemeenschapsproblemen zullen oppakken en in die hoop stemt een aantal kiezers op deze partijen. Nu blijkt dat al meer dan 10 jaar de politici van deze partijen het laten afweten en alleen uit zijn op persoonlijk gewin. Hun materieel welzijn wil men dan projecteren op dat van de groep door Sinterklas te spelen en te pronken, maar dat vult de buik van de kinderen op den duur niet. Dat deze politici niet van goede wil zijn, blijkt al gauw wanneer de ministersposten worden verdeeld na de verkiezingen. Voor het ministerie waar de duurzame oplossing ligt (Minov), heeft men geen belangstelling, wel voor die waarmee men de mensen afhankelijk en verslaafd op overheidshulp kan maken: Sozavo en RO. Men minacht dan gedurende de regeerperiode zwaar (de belangen van) de groep naar duurzame ontwikkeling. Aan het einde presenteren deze politici dan een zondebok (‘de anderen die ons niets gunnen’) en positioneren zich in de slachtofferrol.
De schrijver was heel duidelijk voor zijn gehoor en nam geen blad voor de mond. Concreet ging hij in op de mensen die kennelijk hoofdrolspeler zijn in de minachting. Deze hoofdrolspelers werden getypeerd. Diep onvoldoende kreeg een man op het kabinet die een monster is omdat hij – toen hij de ruimte had om geld te bestemmen – heeft nagelaten om geld te besteden aan het binnenlands onderwijs. De meest diepgaande typering is dat van de Koning van Marwina: die is een hersenloos mens en gedraagt zich schaamteloos. De gehekelde acties van deze politicus zijn het uitdelen van geld en het noteren van telefoonnummers van vrouwen op een politiek podium. De criticus zegt dat hij een lager niveau van beschaving niet heeft meegemaakt. Daarmee refereert hij aan de laatste uitspattingen op een politiek podium, waar een ondervoorzitter van een politieke partij aangeeft dat het hoogste goed van een vrouw aan haar onderbuik ligt en dat dit rendabel moet worden verkocht. ‘Zowaar laat men je wat ervoor geven’, luidde een vers uit deze politicus zijn heilige boek. Deze politieke leiders hebben volgens With geen niveau en ook geen beschaving. Ze zijn dus onbeschaafd. Hij is voorts van mening dat noch de NPS noch de NDP een optie is, omdat ook deze partijen lak hebben aan de belangen van de Marrons. Maar ook de overige partijen zouden ongeschikt zijn, dus is het advies om niet naar de stembus te gaan. Dat is algemeen bekend als het boycotten van de verkiezingen. Als de psycholoog goed is begrepen, dan heeft hij een beeld gepresteerd wat er zou moeten zijn als er geen sprake was van minachting. Hij haalde aan overal stroom en internet in het binnenland, bereikbaarheid van scholen, drastische verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en van de gezondheidszorg. Verder is bericht dat de schrijver een aantal van de Marrontradities in de ban wil doen als een manier van ontwikkeling. Daaruit blijkt dus dat de schrijver zelf uitgaat van een bepaalde perceptie van ‘ontwikkeld zijn’. Het zijn de gemeenschappen zelf die besluiten nemen over de tradities. Volgens de VN geven de gemeenschappen ook zelf inhoud aan hun definitie van ontwikkeling en kan een concept niet aan hen worden opgedrongen. De kritiek die door de schrijver is gegeven op de Marronpolitici is niet onterecht. Men maakt geen gebruik van geboden kansen voor de eigen groep.