De politiemedewerkers zijn ontevreden over de nieuwe adviescommissie die door de korpschef Humphrey Tjin Liep Shie op vrijdag 21 november is ingesteld. Dit betreft de laatste dagorder waarin de korpschef zeven hoofdinspecteurs heeft ingesteld te weten R. Peiter, D. Stolk, G. Roosenhoff, R. Stijnberg, I. Jangbahadoer, R. Ramjiawan en A. Molly. Deze commissie is ter beoordeling van de politiefunctionarissen, die bevorderd moeten worden. “Wij willen niet hebben dat mensen met een criminele achtergrond onze politiemannen die ons werk naar eer en geweten doen, moeten beoordelen.” De korpschef kent de geschiedenis van enkele van de bovengenoemde ambtenaren. “Niet alle zeven deelnemers hebben een strafblad, maar de meeste wel. Hun achtergrond is niet geschikt om politiemannen te beoordelen.” In de dagorder staat aangegeven dat de commissie in nauw overleg met de directe afdelingshoofden, de informatie die nodig is voor de beoordeling zal inwinnen. Het betreft informatie met betrekking tot het gedrag, de geschiktheid, de bekwaamheid en dienstijver alsmede aan de betrokken toegekende beloning en opgelegde straffen om vervolgens advies uit te brengen aan de politiebaas. De korpschef zegt in het schrijven dat op basis van dit advies een definitief besluit zal worden genomen met betrekking tot de beoordeling van de politiemedewerkers die bevorderd moeten worden.
Veroordeelden gaan beoordelen
Uit bekomen informatie blijkt dat een hoofdinspecteur bijkans twee jaar gelden betrokken was bij een schietpartij in een bar. Als gevolg van dit schietincident was een vrouw verwond in het gelaat. Een tweede functionaris was eerder aangehouden voor overtreding van wet economische delicten. Hij was toen ter zake op Zanderij gearresteerd. Daarnaast heeft de functionaris zich ook nog schuldig gemaakt aan drugssmokkel. Voor dit laatste strafbaar feit was hij gevangen genomen en een celstraf uitgezeten. Een derde lid van de adviescommissie was door de politie van Nickerie aangehouden ter zake goudsmokkel. Hij was in verzekering gesteld en ingesloten op Domburg. Hij had de zaak buiten proces afgehandeld onder voorwaarde dat hij met ontslag zou gaan. Na de afhandeling buiten proces liet hij zijn onbetrouwbare kant zien en trok de afgesproken ontslagaanvraag in.