Het ministerie van Openbare Werken kent voor het dienstjaar 2014, 97 jubilarissen en 118 gepensioneerden. Op zaterdag 22 november werden deze ambtenaren in de bloemetjes gezet door de minister van Openbare Werken, Rabindre Parmessar. De dag begon met enkele toespraken van onder andere de vakbondsleiders en eindigde met een gezellig samen zijn en dansen.
Minister Parmessar gaf in zijn toespraak aan dat de factor arbeid onmisbaar is voor de ontwikkeling van onze natie. Sedert het bestaan van de mens heeft men zich door het verrichten van arbeid in stand gehouden en hebben de individuen zich uiteindelijk ontwikkeld tot een maatschappij met economische groei die, als het goed is, leidt tot welvaart en welzijn van de bevolking. Parmessar vond het meer dan gepast dat er speciaal een dag uitgetrokken wordt om de medewerkers, degenen die jarenlang hebben gearbeid en zich op duurzame wijze dienstbaar hebben gemaakt aan de samenleving, die waardering te geven die zij verdienen. Voor de jubilerende medewerkers had Parmessar een extra woordje van aanmoediging. ‘U heeft door de jaren heen veel kennis en veel ervaring opgedaan. Draagt u die kennis en die ervaring over op de jongere medewerkers. U bent coach, trainer en motivator tegelijk. Wanneer ook voor u na een aantal jaren onvermijdelijk het moment komt om de dienst te verlaten, dan laat u medewerkers achter die het werk op een kundige en waardige wijze kunnen voortzetten.’
‘Het ministerie van Openbare Werken heeft een paar duizend medewerkers, en die zijn allemaal stuk voor stuk ‘eigenaar’ van het ministerie. En daarmee bedoel ik dat elk van die medewerkers de medeverantwoordelijkheid draagt voor de performance en voor het imago van het ministerie. De een heeft wat meer invloed op ontwikkelingen binnen de organisatie dan de andere, maar voor een ieder geldt dat hij of zij binnen zijn of haar werkgebied, zo correct mogelijk moet functioneren en handelen. Dat geldt voor de minister en voor de directeuren, maar het geldt even hard voor de sluiswachters en de controleurs op de vuilstortplaats’, sloot Parmessar zijn speech af.
Ter afsluiting van het formeel gedeelte kregen 6 sociale instellingen een cheque ter waarde van SRD 5000 van de minister.