‘Balesar heeft zijn straf al gehad, nog steeds keurt de NDP zijn handelingen niet goed’, zegt Doekhie in gesprek met Dagblad Suriname. Dat Balesar aangetrokken is als lid van de commissie heeft Doekhie via de pers mogen vernemen. ‘Misschien wordt hij gebruikt vanwege zijn deskundigheid’, suggereert hij. Volgens Doekhie heeft Balesar zijn straf uitgezeten en er wordt ervan uitgegaan dat deze zichzelf geresocialiseerd en gerehabiliteerd heeft. Doekhie vindt dat Balesar als toenmalige bewindsman op het ministerie verantwoordelijk werd gesteld voor de bonnenfraude die op het ministerie had plaatsgevonden. ‘Hij heeft alle schuld van de toenmalige beleidsmakers op zich genomen om die mensen te beschermen.’ Volgens Doekhie zouden er ook airco’s en lampen zijn bevestigd aan de woning van de toenmalige vp. ‘Zag de vp dat allemaal niet?’
Op 12 augustus 2000 werd Balesar namens de VHP minister van Openbare Werken in het tweede kabinet Venetiaan. Enkele weken voor die verkiezingen van 25 mei 2005 werd hij op non-actief gesteld, omdat hij verdacht werd van onder andere corruptie. Aan hem werd op 1 september 2005 eervol ontslag als minister verleend. Op verzoek van de procureur-generaal besloot De Nationale Assemblee hem op 25 augustus 2005 in staat van beschuldiging te stellen waarna het gerechtelijk vooronderzoek tegen hem gestart kon worden. Het Openbaar Ministerie eiste 4 jaar gevangenisstraf en ontzetting uit het recht om ambten bij de overheid te bekleden. Balesar bleef ontkennen schuldig te zijn maar de rechter bij het Hof van Justitie dacht daar anders over en veroordeelde hem eind december 2008 tot twee jaar onvoorwaardelijke celstraf. Daarnaast mocht hij gedurende vijf jaar geen ambt bekleden bij de overheid. Vanaf januari 2009 was hij gedetineerd in de gevangenis te Santo Boma. Tegen eind mei 2010 werd hij op vrije voeten gesteld. Zijn derde verzoek tot vrijlating werd gehonoreerd. Hij had er bijna driekwart van zijn gevangenisstraf op zitten.
Asha Gajadien-Bhagwat