‘Ik dok voor niets, ik wil berecht worden,’ zegt oud-militair, tevens Coordinator van het Rijstorgaan Badrisein Sital, die als een van de verdachten wordt aangemerkt van de 8-december moorden onomwonden aan Dagblad Suriname. Sital wind er geen doekjes om en geeft ook aan dat hij niets wil horen van de amnestiewet. De partij waar hij deel van uitmaakt, heeft hem ook niet gekend bij de totstandkoming van deze wet. ‘Ik heb er geen enkele bemoeienis in gehad,’ zegt hij fel. Zaken over de amnestiewet heeft hij via de media moeten vernemen. Geen enkele partijgenoot heeft een woord daarover met hem gerept. Volgens Sital verschuilt hij zich niet achter de amnestiewet om vrijgesproken te worden van alle schuld. Als het aan hem lag was deze wet nooit behandeld en aangenomen in het parlement. Dat de amnestiewet een grote steunpilaar zou betekenen voor zijn partijgenoten, de overige verdachten van de 8-decembermoorden laat hem koud. ‘Dat kan mij een worst wezen.’
Volgens Sital is het hoog tijd dat zijn naam verschoond wordt. Dat hij als een van de verdachten wordt aangemerkt heeft hem verschrikkelijk veel emotionele en maatschappelijke schade berokkend in zowel zijn prive leven als vrienden en kennissen. ‘Ik gebruik en misbruik de amnestiewet niet. De amnestiewet interesseert me niet.’ Dat hij in 2002 als een van de verdachten werd aangemerkt, werd door Sital in eerste instantie als een ‘joke’ beschouwd. Vanwege een vormfout werd zijn verzoek voor ontheffing van verdere rechtsvervolging niet behandeld. Het gestelde termijn om de verzoeken in te dienen was al verstreken.
De drang om berecht te worden is zo sterk dat Sital de neiging heeft om het Hof van Justitie in kortgeding te dagen om hem te berechten. Maar dan komt hij tot het teleurstellend besef dat dit niet mogelijk is. Volgens Sital heeft hij niets te verbergen. Vanaf 2002 heeft hij braaf en plichtsgetrouw meegewerkt aan het gerechtelijk vooronderzoek en heeft hij alle verklaringen afgelegd. Vanaf 2002 stond Sital op het standpunt om berecht te worden om zodoende voorgoed af te rekenen met de zwarte bladzijde waarin hij betrokken is geraakt en die zijn leven een ommekeer heeft gegeven. ‘Met of zonder amnestie.’
Het idee dat personen hebben binnen de samenleving dat hij zich achter de amnestiewet zou verschuilen, maakt hem woedend. ‘Ik heb niets met de amnestiewet te maken, ik heb deze ook niet nodig, het gaat om een persoonlijke aangelegenheid waarbij ik mijn naam verschoond wil krijgen.’ Op de vraag of hij in moeilijk vaarwater terecht zal komen met zijn partij, de NDP met zijn keihard standpunt, dit deert hem niet. Volgens Sital heeft de partij ook niet stilgestaan bij de emotionele en maatschappelijke schade die hij heeft opgelopen door als een van de verdachten aangemerkt te worden.
Asha Gajadien-Bhagwat