In een recordtijd zijn de drie sociale wetten, te weten de Wet Algemeen Pensioen, de Nationale Basiszorgverzekering en de Wet Minimumuurloon met zesentwintig algemene stemmen goedgekeurd. Nieuw Front, Pertjajah Luhur en BEP hadden besloten om de vergadering te boycotten. Fractieleider van het Nieuw Front (NF), Randjkoemar Randjietsingh, zei in eerder gesprek met Dagblad Suriname dat zijn fractie niet de behandeling van de belangrijke wetten heeft geboycot, maar dat er teveel onduidelijkheden in de wetsteksten waren. De gedachtegang is volgens de parlementariër wel goed, maar het lijkt alsof de coalitie en de regering deze wetten zo snel mogelijk wilden laten goedkeuren om zo goed te scoren bij de komende verkiezingen van 2015. Volgens de NF-fractieleider gaven de wetsteksten het Nieuw Front aanleiding om enkele opmerkingen te maken en vragen te stellen. Deze vragen werden dan in de eerste ronde gesteld, waarna de bedoeling was dat de regering deze vragen in de tweede ronde zou behandelen. Echter bleven de antwoorden in de tweede ronde uit.
De oppositie besloot wederom om enkele brandende vragen te stellen zonder resultaat. Volgens Randjietsingh leek het erop alsof vicepresident Robert Ameerali opzettelijk niet wilde ingaan op de door hun gestelde vragen. In de derde ronde zouden slechts twee leden van de oppositie, die ook zitting hebben in de commissies, kunnen reageren. Uiteindelijk was de maat voor de oppositie vol en werd besloten om niet meer in de vergaderzaal te blijven. Volgens Ranjietsingh was het niet de bedoeling om tegen de wetsvoorstellen te stemmen. De vergaderzaal verlaten, was de enige optie. ‘Wij gaan niet voor wetten stemmen, die op lang termijn het volk in een strop zal houden’, aldus de NF-fractieleider. Nu blijkt dat Randjietsingh volledig gelijk heeft gekregen. De uitvoering van de Wet Basiszorgverzekering is thans on hold gezet.
Brief naar de president
Om nader informatie te krijgen, heeft Randjietsingh president Bouterse op 30 oktober een brief doen toekomen. Hij vraagt opheldering betreffende de opmerkingen vanuit de oppositie in De Nationale Assemblee, bij de behandeling van de Wet Basiszorgverzekering, zowel in de eerste als in de tweede ronde waarom nimmer afdoende antwoorden zijn gegeven door de regering. Thans doen ernstige problemen zich voor wegens de hoge financiële verplichting, voortvloeiende uit deze wet, voor grote delen van de samenleving. Zelfstandigen en ondernemers, die thans nauwelijks hun hoofd boven water kunnen houden, moeten zware maandelijkse premie betalen voor zichzelf en gezin, die kan oplopen tot meer dan SRD 500 per maand. Het gaat in deze om zelfstandig werkende monteurs, barbiers, landbouwers, veehouders, metselaars, schilders, elektriciens, marktverkopers, bushouders, truckhouders, boothouders, houtsnijwerkers, huisvlijters etc. De on- en minvermogenden zijn in grote onzekerheid terechtgekomen, omdat volgens de wet de onvermogenden, die de premie niet kunnen betalen en dus niet verzekerd zijn, zich moeten aanmelden voor een vermogenstoets (artikel 7 lid 10). Er is niet aangegeven wat deze vermogenstoets inhoudt, welke criteria bij de toetsing zullen gelden, wat het betekent voor gezinnen of personen die wel een huis of een perceel, maar geen voldoende inkomen hebben, welke efficiënt werkende beroepsmogelijkheid bestaat tegen een onrechtvaardige beslissingen uit deze vermogenstoets. Samen met dit er nog vele andere gebreken die in deze wet voorkomen, wordt hiermee de poort voor mogelijke discriminatie, willekeur en machtsmisbruik voor politieke doeleinden open gezet. Randjietsingh haalt ook aan dat de regering met deze wet aangeeft op een zeer verwerpelijke wijze de door de jaren heen opgebouwde en verkregen rechten van burgers te vertrappen met het doordrukken van nieuwe voorwaarden zonder enig overleg met betrokkenen. Hij betwijfelt dat deze verplicht gestelde financiële last kan zijn overeengekomen bij een sociaal akkoord. Hij haalt ook aan dat de instituten die voor de uitvoering van deze wet moeten zorgen nog steeds niet in place zijn, terwijl de wet al werkt.
Randjietsingh wil van de president weten wanneer de positie van on- en minvermogenden goed zal worden vastgelegd of on- en minvermogenden wel of niet verplicht zijn een vermogenstoets te ondergaan (de wet spreekt alleen van onvermogenden), en welke procedures en criteria daarbij zullen gelden. Wat ondernemers, investeerders c.q. zelfstandigen, geconfronteerd met de verplichte financiële last van premiebetalingen moeten doen in geval hun inkomen niet voldoende is om daaraan te voldoen. Welke efficiënt en snel werkende beroepsmogelijkheid is er voor het volk tegen beslissingen van de in de wet aangegeven instituten en van de regering tegen machtsmisbruik en willekeur.