Van 6 t/m 10 oktober was er de tweejaarlijkse bijeenkomst ‘Psychiatrie in Suriname’. Hiervan een korte weergave. Wereldwijd is het aantal zelfmoorden drastisch gestegen. De economische crisis van 2008 zorgde voor een extra piek. Ook Nickerie voelt de crisis als bijvoorbeeld de wereldmarktprijs voor padie keldert. Het aantal zelfmoorden in Suriname is sinds 1960 verviervoudigd. Gemiddeld overlijden er thans 117 mensen per jaar aan suïcide; 70% is Hindoestaan. Voor een deel hangt dit samen met de landbouw en de makkelijke toegang tot pesticiden. De zelfmoord gebeurt vaak impulsief, zonder nadenken of afscheidsbrief; men rent in een opwelling naar het hok met grammoxone. De achtergrond is wanhoop, schulden, armoede of een laatste ‘wapen van machteloosheid’ in een relatiecrisis. Andere oorzaken zijn alcoholmisbruik, depressie en sociale isolatie (in de districten). De bestrijding van zelfmoord stuit enerzijds op schaamte en zwijgzaamheid, anderzijds op onverschilligheid van de overheid. Wat zou helpen is het trainen van vertrouwenspersonen die depressie en zelfmoordgedrag leren herkennen, en het veilig achter slot en grendel plaatsen van verdelgingsmiddelen (een wettelijke plicht, maar niemand die het controleert). Plannen om zelfmoord daadwerkelijk te bestrijden blijven liggen in de laden van de overheid. Conclusie: geen nieuws, maar wel een probleem dat beter bespreekbaar is geworden.
De rol van cultuur en geestelijke instelling is niet besproken. Hindoestanen zijn van nature introvert met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel, prestatiedrang en perfectionisme; ze zijn dus betrekkelijk serieus, ijverig, bang om te falen, ingetogen in het uiten van emoties; ze hebben starre principes, werken hard, leven zuinig en ondergaan alles lijdzaam. Kortweg, het zijn agrariërs die niet bang zijn om te modderen… totdat het verwachte succes uitblijft of de uitputting toeslaat. Is de prijs voor snelle intellectuele en economische vooruitgang van de groep, zelfmoord van het individu? Het Hindoeïsme stimuleert zelfmoord niet, maar verbiedt het ook niet expliciet. Het is wel slecht voor je karma (wet van oorzaak en gevolg) om het te doen, maar anderzijds is er door reïncarnatie (wedergeboorte) een tweede kans. In meer ‘orthodoxe’ kringen, waar het vrij ondemocratisch en hiërarchisch aan toegaat, kan het zelfmoordcijfer in zekere mate bepaald worden door een te sterke regulering van gedrag en sociale controle. Het individu is minder belangrijk dan de gemeenschap, bij overtreding van de regels dreigt uitstoting. Dus als een persoon klem komt te zitten door buitensporige regels, als zijn/haar toekomst meedogenloos wordt geblokkeerd en gevoelens zonder medelijden met geweld worden verstikt door onderdrukkende strengheid, dan kan hij/zij er voor kiezen – en die keuze is bliksemsnel gemaakt: nu ga ik het doen – om liever te sterven dan in onvrijheid te leven.
Gelatenheid – zelfmoord hoort er nu eenmaal bij – is niet meer van deze tijd. Ook al weten we de oorzaak niet precies: erfelijkheid, nare jeugdervaringen, emotionele gevoeligheid of een gevoel dat men alleen is of een last voor anderen; als iemand klem komt te zitten door onoplosbare problemen en ondraaglijke pijn, en uit het leven wil stappen, dan is iets doen om iemand te helpen beter dan wegkijken en niets doen. Let dan vooral op wat iemand zelf ervaart als klem en werk samen aan veiligheid. De meeste zelfmoordpogers zoeken geen hulp, omdat ze denken dat ze geen hulp nodig hebben of dat ze hun problemen zelf moeten oplossen. Vooral huisartsen zijn een belangrijke schakel om dit probleem op tafel te krijgen. Vervolgens moet de behandeling van het probleem zo perfect mogelijk gebeuren, door goed getrainde medewerkers die niet komen en gaan maar blijven.
Psychiatrie in Suriname is nog verre van perfect, maar alle kleine beetjes helpen. Er zijn 8 psychiaters, dat is 1 per 70.000 inwoners (in Nederland 1 per 5.700). Er is 1 psychiatrisch centrum. Alles is in Paramaribo geconcentreerd. De meeste opnames in het psychiatrisch ziekenhuis betreffen Afro-Surinaamse mannen, veelal met een combinatie van onrustig gedrag, psychose en drugs- en alcoholmisbruik. De dieper liggende oorzaken zijn niet bekend. De werkdruk voor medewerkers is hoog en geestelijke gezondheidszorg krijgt geen voorrang in de politiek. In Nickerie, met record aantallen suïcides, lijkt de coördinatie van de geestelijke hulpverlening helemaal zoek en slaapt de overheid.
Een ander fenomeen – de precieze aard en omvang zijn nog onbekend – zijn trance toestanden bij schoolkinderen die onwel worden en plotseling explosief en bizar, dierlijk gedrag vertonen. Ze gaan tekeer als bezetenen. Dit gedrag is meestal van korte duur en zorgt voor veel paniek. Het is vooral geobserveerd bij Afro-Surinaamse en ook bij Indiaanse en Javaanse kinderen, bij kinderen die van huis uit in aanraking komen met het geloof in bovennatuurlijke geesten en trance. Een enkele keer raakt ook een leerkracht in trance. Vaak is het onderliggend probleem machteloze woede en verdriet als gevolg van afwijzing, verstoting, seksueel misbruik en mishandeling, zaken die onbespreekbaar zijn. Het zijn vaak kinderen uit sociaal zwakkere milieus en probleemgezinnen; kinderen die klem komen te zitten en ook nog klappen krijgen als ze hun mond opendoen. De reactie van volwassenen is vaak het inschakelen van een cultuurgenezer, maar de juiste actie is het instellen van een vertrouwensarts tussen beide partijen. Rapporten hierover verdwijnen echter, na dankzegging, in de kast van de overheid.
Andere cultuurgebonden stoornissen die te maken hebben met de Afro-Surinaamse wintireligie zijn apoekoe (ampuku) en fyofyo. Apoekoe is een geest die vaak seks heeft met vrouwen in hun slaap. Het komt vaak voor bij onvruchtbare vrouwen en kan leiden tot schijnzwangerschappen, waarbij de buik opzwelt als een ballon. Het kan samenhangen met een vurige zwangerschapswens of juist de angst om zwanger te raken. Deze vrouwen zijn meestal bijgeloviger en vatbaarder voor suggestie. Fyofyo is een ziekte die opreedt bij relatie- en familieproblemen. Het wordt toegeschreven aan een geest van buiten, maar is in feite een stressreactie van het lichaam. Ik denk dat door verdere aanpassing aan de westerse cultuur (acculturatie) deze cultuurgebonden stoornissen zeldzamer zullen worden.
Als je in het hart van de duisternis een geladen pistool tegen je hoofd hebt gehad of kogels fluitend langs je oren zijn gevlogen of verminkte lijken van kameraden hebt opgeruimd etc., dan kan je daar later behoorlijk en langdurig geestelijk ziek van worden. Ik ken veteranen uit de Binnenlandse Oorlog die later ‘gek’ zijn geworden. Ze horen stemmen of zien beelden die er niet zijn, denken dat ze achtervolgd worden en beleven de oorlog steeds opnieuw. Maar ze zijn niet gek, in de zin dat ze helemaal de kluts kwijt zijn en niet meer normaal kunnen denken; ze zijn wel zwaar getraumatiseerd. Ze weten ook waar hun angst, spanning en somberheid mee te maken hebben. Ze lijden erg, maar in stilte, omdat ze er niet over durven praten, en omdat er aan de buitenkant niet zo veel te merken is, behalve dat ze erg vlug prikkelbaar reageren en zijn vastgelopen in hun sociale leven. Het waren vroeger gezonde kerels die later de oorlogstrauma hebben meegemaakt. En wat de zaak nog ingewikkelder maakt is dat ze in het leger zijn gedrogeerd om de angst weg te nemen en de bloeddorst en strijdlust te prikkelen. Later grijpen ze ook vaak naar alcohol of drugs als zelfmedicatie, die de problemen alleen maar verergeren. Ze zijn moeilijk behandelbaar. Beter leren omgaan met emoties, praten over de nare gebeurtenissen en medicijnen kunnen de lijdensdruk verminderen. Ze moeten dan wel de toegang naar de juiste hulpverlening vinden.
Voor mensen met de zogenoemde ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) is er geen goede behandeling, omdat de oorzaak niet bekend is. Door hun ernstige beperkingen en hun ongezonde leefstijl krijgen ze weer een hoop andere ziektes en vice versa. Het zijn van die zonderlinge, haveloze figuren die op straat zwerven, onder een dikke laag stof, met een slecht gebit en aaneen geklitte haar. Ze zijn steeds onderweg van ergens naar nergens. Hun levensverwachting is 20 jaar korter dan normaal, door zelfmoord, hart- en vaatziekten, suikerziekte, etc. Het enige dat helpt is vroeg herkennen en ingrijpen, het liefst voor de leeftijd van 20 jaar, zodat enige zelfcontrole en zelfredzaamheid behouden blijven. Daarna helpt alleen dagelijkse, liefdevolle en toegewijde bemoeizorg, opdat betrokkenen bed, bad en brood hebben, een nuttige dagbesteding, medische- en gebitszorg en indien nodig medicijnen. Belonen werkt beter dan straffen. Met geld kan alles; financiële prikkels bevorderen aanvaarding van hulp en verbetering van functioneren.
Depressies komen vaak voor en zorgen voor veel verlies van arbeidsproductiviteit. Lichte depressies gaan spontaan over. De behandeling van ernstigere depressies is een vak apart. Een kind kan de diagnose stellen, maar vaststellen van de precieze ernst, de persoonsgebonden oorzaken en de juiste behandelingen, en voorspellen hoe de ziekte zal verlopen is hoog specialistenwerk. Mensen die lang rondlopen met een depressie ontwijken hardnekkig sociale contacten. Er zijn specifieke technieken en veel geduld nodig om die ‘oesters’ te kraken en hun gedachten uit te pluizen. Helaas zijn er geen wondermiddelen. Ook hier geldt: vroeg herkennen en vroeg behandelen, voor een beter resultaat. Preventieve behandelingen van depressies zijn veel effectiever dan preventieve behandelingen van hart- en vaatziekten. En overigens, 75% van de kankerpatiënten knappen niet op van de medicijnen die ze krijgen tegenover 38% van de depressiepatiënten.
Overigens was deze tweejaarlijkse bijscholing wederom een vruchtbare nascholing.
D. Balraadjsing