John Krishnadath, de voorzitter van de Surinaamse Voetbalbond (SVB), heeft onlangs de wetsvoorstellen/wijzigingen om te komen voor de dubbele nationaliteit voor personen in diaspora gelegd in handen van de 51 parlementariërs. Een week na deze daad gaat hij in op de stand van zaken. ‘Laat me dit ervan zeggen. In feite zie ik drie reacties. Een op de social media, die loopt van sceptisch tot enthousiast. Sceptisch in de zin van je mag het vergeten, omdat de politici er toch niets aan zullen doen en enthousiast in de zin van laten we hopen dat het erdoor komt. Daarnaast reacties, maar dat is typisch Surinaams wil ik bijna zeggen, zoals: als het komt lukt het toch niet, omdat je aan allerlei andere voorwaarden moet voldoen naast het hebben van goede sporters om in 2018 aan een WK mee te doen.’
‘Daarnaast heb ik twee reacties gelezen van DNA-leden zelf, namelijk van Breeveld en van Santhoki. In beide gevallen wil ik de conclusie trekken dat ze de voorstellen niet gelezen hebben. Bij Breeveld haal je dat uit de opmerking waarin hij zegt dat ‘de keerzijde van de medaille is dat het zomaar opengooien van de nationaliteitsverkrijging aan de hele groep Surinamers in diaspora voor enorme praktische problemen kan zorgen’, wat gevoelig. Het voorstel dat wij ingediend hebben, stelt voor om de gronden ter verkrijging van de Surinaamse Nationaliteit te verruimen door naast naturalisatie deze van rechtswege toe te kennen aan personen uit de diaspora met een voor het land belangrijke professie of expertise. En dat is een selectief gebeuren. Breevelds opmerking snijdt dus geen hout als het om de door ons opgestuurde wetsvoorstellen gaat.’
‘Voor wat betreft de reactie van Santokhi, ook hier moet ik constateren dat hij ons voorstel niet volledig doorgenomen heeft. Hij vraagt namelijk dat er onderzoek moet worden gedaan op een aantal punten, die in feite al beantwoord zijn. Elf deskundigen, waaronder 4 hoogleraren, hebben hun medewerking verleend bij het tot stand komen van deze wetsvoorstellen, waarvan 8 afkomstig uit Nederland, waarbij aardig wat onderzoek is verricht. Ik denk niet dat deze deskundigen, onder wie mr. dr. Amadali die zich al lang over dit vraagstuk buigt, een wetsproduct zullen onderschrijven die de bestaande rechten van personen in gevaar zullen brengen. Met in gevaar brengen, bedoel ik dat de Nederlandse Staat de Nederlandse nationaliteit intrekt van de personen die Suriname vanwege hun professie of expertise van rechtswege en bijbehorende staatsbelang van een Surinaamse nationaliteit voorziet. Het door de deskundigen uitgevoerde onderzoek bij de Immigratie en Naturalisatie Dienst en het ministerie Justitie en Veiligheid in Nederland leert dat ‘als het gaat om verkrijging van rechtswege als automatisch gevolg van een aanstelling in een bepaalde functie, in dienst van het land van die nationaliteit, dan kan niet worden gesteld dat dit vrijwillig is. Zo staat het omschreven in artikel 15-1-a uit de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003. Artikel 15-1-a uit de Rijkswet op het Nederlanderschap is dan ook van toepassing op het Surinaamse wetsartikel. (IND)’ en ‘voor zover we kunnen overzien, treedt er inderdaad geen verlies van het Nederlanderschap op, omdat er sprake is van verkrijging van rechtswege. Ook collega’s die het is voorgelegd, hebben dit bevestigd. (Justitie en Veiligheid)’.De term van verkrijging van rechtswege is essentieel en de clue in de formulering van de toekenning.’
‘Ik ben voorzichtig optimistisch bij deze twee eerste politieke reacties. Wat ik wel bij beide DNA-leden mis, is dat noch Breeveld noch Santoki te kennen heeft gegeven dat ze de kant en klare wetsvoorstellen als initiatiefwet willen of samen met anderen durven in te dienen, maar misschien ligt het aan de journalist die die vraag niet gesteld heeft. Want dat is wat het SVB-bestuur aan de 51 DNA-leden gevraagd heeft. Dien het voorstel in en ga dan die discussie aan in het parlement. Er is haast bij. Ik wil ook nog zeggen dat wij met opzet in Europa gestart zijn om onder de Surinaamse profspelers te vragen of er animo is om uit te komen voor een Surinaams Nationaal Team als de voorwaarden daar zijn. We hebben dit gedaan om het onmogelijk te maken dat onze politici komen met argumenten als ‘wij willen wel, maar willen die jongens daar wel? Net zoals nu Breeveld het woord gevoelig als dooddoener gebruikt.’
Hoe denkt u verder te gaan
‘Als bestuur zullen we al onze persoonlijke contacten met DNA-leden aanspreken, met het verzoek om de moed op te brengen om de 2 wetsvoorstellen en 1 resolutie als initiatiefvoorstel in te dienen. Ik ben persoonlijk van mening dat als deze eerste stap genomen is, we de meerderheid van het parlement meekrijgen. Overigens zou de journalistiek mij een enorm plezier doen als ze, net zoals wij met de Surinaamse profs in Europa, onze DNA-leden bellen en simpelweg vragen: Wat denk je van die wetsvoorstellen en gaat of durft u het als een initiatiewet in te dienen? Ik ben benieuwd wat daaruit voortkomt.’