Suriname heeft meer voorlichting over diabetes nodig. Deze voorlichting moet vooral vanuit de overheid en de media komen. Dat zegt Lucien Kloof van de Stichting Diabetes Educatie Suriname. Hij zegt dat er nog niet genoeg aandacht wordt besteed aan de niet overdraagbare aandoeningen. Als de voorlichting wordt geïntensiveerd, kunnen er betere resultaten geboekt worden in de strijd tegen deze ziekten. De groep mensen met diabetes in Suriname blijft steeds groeien, zo blijkt uit de diverse gezondheidsprojecten die worden gehouden. ‘Wij geven niet genoeg voorlichting in Suriname’, zegt Kloof. De voorlichting over de chronische ziekten zou net als de voorlichting over hiv/aids moeten worden gegeven, toen deze de kop opstak. ‘Je ziet dat men nog steeds de basis dingen over de niet overdraagbare aandoeningen niet weet.’
De algemene voorlichting zou daarom geïntensiveerd moeten worden. Daarnaast moet ook de individuele voorlichting komen, wat heel erg moeilijk zal gaan vanwege een tekort aan mensen. Het is volgens Kloof de taak van de overheid om middelen vrij te maken, zodat er programma’s worden gemaakt om de algemene informatie naar de burger te brengen. Dit geschiedt echter niet. Er zijn wel begrotingen goedgekeurd bij het ministerie van Volksgezondheid over de preventieve zorg, echter als het aankomt op de financiën, is het ministerie afhankelijk van het ministerie van Financiën. Het Diabetes Educatie Centrum blijft niet op de overheid wachten en heeft reeds al een plan van aanpak klaarliggen.
In Commewijne zelf zal samen met de Stichting Vrienden van Commewijne, onder leiding van Sheilendra Girjasing, meetings worden gehouden met de plaatselijke artsen. Met behulp van deze artsen zullen patiënten, die reeds zijn geregistreerd, op structurele wijze worden onderzocht en begeleid. In Paramaribo en Nickerie worden diabeten reeds jaarlijks onderzocht, waarna er een rapport wordt opgesteld zodat de huisarts aan de hand van het rapport werkt aan de punten die mis zijn bij de diabeten. ‘Maar natuurlijk zijn er ook mensen die niet weten dat ze diabeet zijn. Door middel van gezondheidsprojecten identificeren wij deze mensen, waarna ook zij verder worden begeleid’, vertelt Kloof.
ASP