Het is een wetmatigheid van de economie dat als de verdiensten niet vergroot worden en de overheid blijft uitgeven er sprake zal zijn van ’overspending’. Als je schulden toenemen maar de inkomsten niet en je hebt geen terugbetaalcapaciteit, dan breng je de economie in de sfeer van liquiditeit en insolvabiliteit. Het heeft allemaal te maken met het slecht beheer van staatsfinanciën, zegt parlementariër en econoom Guno Castelen. Hij geeft deze reactie naar aanleiding van de bijgewerkte cijfers van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), waaruit blijkt dat de monetaire reserves in Suriname aan het dalen zijn. ‘Ik denk dat de daling in de monetaire reserves, de stijging van de schulden, alarmerend is. Het gaat niet om de economische cijfers op zich. Een hoog schuldenniveau hoeft niet alarmerend te zijn als je kan terugbetalen, als je vermogen hebt en liquiditeit. Daartegenover kan een lage schuldenlast problemen geven als je geen terugbetaalcapaciteit hebt. Je moet de situatie in samenhang bekijken’, zegt Castelen.
‘Er zijn verschillende vraagstukken, zoals geen inkomsten. De overheid doet groot en leent geld, maar betaalt niet terug. Als de overheid geen terugbetaalsysteem hanteert met betrekking tot de binnenlandse schuld, dan zal die blijven stijgen. De overheid doet grote showprojecten. De sociale projecten die zijn okay, maar men moet deze projecten ook duurzaam kunnen financieren, zodat men niet in een situatie komt waarbij men de financiële verplichtingen niet kan nakomen. Ten aanzien van de buitenlandse schuld gaat men leningen aan om investeringen te plegen voor de bouw van zaken, zoals bruggen en spoorbanen, die men ook nog voor de verkiezingen wil realiseren. Het is mooi en waar dat die moeten komen, maar er zou eerst een haalbaarheidsstudie gedaan moeten worden en zaken moeten financieel eerst goed in orde zijn. Voldoende terugbetaalmiddelen ontbreken. Slecht financieel beheer van staatsfinanciën heeft als gevolg dat de economie langzaam uit haar voegen groeit, de credit rating achteruit gaat en het vertrouwen in de Surinaamse economie zowel nationaal als internationaal afneemt. Voor wat de binnenlandse schuld betreft, zullen de lokale bedrijven niet meer bereid zijn hun diensten aan de overheid te verlenen als er geen garantie van terugbetaling is. Dit brengt een nog grotere druk op de liquiditeit. Het meest alarmerende is dat de overheid het bedrijfsleven meeneemt in haar val. Als de overheid niet betaalt dan kunnen de bedrijven dat ook niet. Het gevolg is dat de hele economie in een sfeer van stagnatie belandt. De bedrijven kunnen ook hun verplichtingen niet nakomen. Het geld beweegt niet meer. Als er een ‘inflow’ van middelen zou zijn in de economie door een meevaller, dan zou in dat geval de druk op de ketel weer kunnen worden weggehaald.’
Alhoewel Suriname nog een leenruimte van SRD 5 miljard heeft, is dit volgens Castelen niet het vraagstuk. ‘Het is jammer als men het zo bekijkt. Ook al heb je nog leenruimte, maar men heeft niet de indruk dat je in staat bent je schulden te kunnen betalen. Dan gaat men je niet lenen. Volgen de wet hebben wij een leningenplafond van 65%, maar de overheid verdient niet de inkomsten om die schulden te betalen. Je drukt hierdoor de samenleving in een enorme schuld. Het systematisch kopen en gewoon niet terugbetalen, is geen bewust lenen maar is toch een vorm van lenen. Als je eenmaal je leningenplafond hebt bereikt, beland je in een sfeer van ‘fail state’. Als het inkomstenniveau niet groeit en de schuldencapaciteit niet sterker wordt, kan je niet meer lenen. Je maakt dan meer schulden tegen dezelfde inkomsten’, legt Castelen uit.
De econoom draagt als oplossing voor de ontstane situatie aan dat de overheid in ieder geval een systematisch plan zou moeten opstellen om de bestaande binnenlandse schuld af te lossen, waardoor het niveau van de schuldenlast kan dalen. Voorts moet de overheid inkomensverhogende maatregelen treffen. Alhoewel de samenleving dit niet graag hoort, zal naar de belasting- en niet belastingmiddelen gekeken moeten worden. Men moet niet de mensen die werken en al zoveel kosten hebben nog meer uitpersen en belasten, maar men kan kijken naar de mijnbouwsector en daar de middelen die nog betaald moeten worden innen. Het gaat erom dat je niet kunt uitgeven wat je niet hebt’, aldus Castelen. Volgens de geactualiseerde cijfers van de CBvS zijn de monetaire reserves van Suriname binnen een maand met SRD 200 miljoen omlaag gegaan. Dit is $ 739 miljoen in augustus ten opzichte van $ 794 miljoen in juli. De binnenlandse schuld, die in mei nog rond SRD 1500 miljoen lag, is in juli opgelopen tot rond de SRD 1800 miljoen. De totale buitenlandse schuld staat in juli op SRD 3329 miljoen.