‘Waarom zoveel aandacht en geldverspilling voor een afgedankte politieman’, zegt NPS-topper en gewezen diplomaat Arnold Kruisland fel wanneer hij de kwestie van de overgelopen VHP’er Keshopersad Gangaram Panday onder de loep neemt. Zelfs het informatieprogramma van de overheid schenkt optimale aandacht aan hem. Volgens Kruisland gaat het om een onbelangrijke figuur die niet eens van enige betekenis was voor de VHP. ‘Het enige wat ik over hem weet, is dat hij een buurtmanager is geweest. Maar de problematiek van straatventers heeft hij nooit kunnen ordenen. Het is een chaos en rotzooi gebleven.’ Volgens Kruisland representeert Gangaram Panday geen enkele groep. Hij beschikt niet eens over een achterban.
De hartstochtelijke wijze waarop Gangaram Panday zijn overloop naar de NDP probeert te verdedigen, stemt ook Kruisland tot nadenken. Het vermoeden bestaat dat er zeker een enveloppe met inhoud moet zijn gevallen. Per 1 oktober krijgt hij ook een goede baan aangeboden op het kabinet van de president. Vanaf volgend jaar zou hij met vervroegde pensioen gaan. Volgens Kruisland moeten al de randvoorwaarden niet over het hoofd gezien worden. De oud-buurtmanager gaat niet als politieman met pensioen, maar als topambtenaar. Wat inhoudt dat een riante pensionering op hem zit te wachten.
Dat zelfs een politieman en buurtmanager aangelokt wordt met een baan op het kabinet van de president, toont volgens Kruisland duidelijk het niveau aan van de huidige beleidsmakers. ‘Ook Gangaram Panday is een man niet waard om de VHP slecht te gaan bejegenen.’ Dat er vanuit de zijde van de NDP sprake is van paniekvoetbal, is meer dan duidelijk. Maar middels de overloop van Gangaram Panday van de VHP naar de NDP is er beslist geen politieke oplossing gebracht. ‘Omdat die man niets betekende binnen de VHP.’ Kruisland is stonfutoe van de NPS. En de NPS is al tientallen jaren partner van de VHP. Nooit heeft Kruisland de naam van Gangaram Panday gehoord, zegt hij.
Het is Kruisland opgevallen dat de NDP vooral aantrekkelijk is voor de oude garde. ‘Het kabinet van de president bestaat voor het overgrote deel uit de mannen van de tachtiger jaren. Zij hebben de touwtjes in handen.’ De jongelui binnen de paarse partij wordt door de politicus bestempeld als ja-knikkers. Ze zijn niet eens kritisch naar hun eigen regering toe.
Kruisland herinnert eraan dat de NDP bij de formatie van de regering vooral de Hindoestaanse bevolkingsgroep het slechtst had vertegenwoordigd. Slechts Wonny Boedhoe representeerde zogenaamd het gezicht van die groep. Echter, zij was ook de eerste minister die haar portefeuille ter beschikking stelde aan de president. Na verloop van jaren werd de ministerraad vertegenwoordigd door twee andere personen namelijk Ashwin Adhin, minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, en Suresh Algoe, minister van Landbouw Veeteelt en Visserij. Opvallend is ook dat de NDP vooral personen van Hindoestaanse komaf trekt naar de partij met de hoop dat die over een degelijke achterban beschikken. “Maar dit blijkt een achterhaald politiek tactiek te zijn van de NDP”, wijst Kruisland erop.
Asha Gajadien-Bhagwat