‘Ik ben niet rijk geworden van de politiek’, zegt de gewezen voorzitter van de Staten van Suriname, Emile Wijntuin, in gesprek met Dagblad Suriname. Maandag herdenkt hij zijn 90ste geboortedag. Gedurende 1973 tot 1980 was Wijntuin voorzitter van de Staten van Suriname. Voor hem was de politiek beslist geen instrument om zich te verrijken. ‘Helaas valt te constateren dat in de hedendaagse politiekvoering andere opvattingen eropna worden gehouden. ‘Ik ben nooit corrupt geweest en niemand kan ooit een vingerwijzing naar mij doen dat ik één of andere concessie heb gekregen. Ik heb mijn werk altijd naar eer en geweten gedaan. Ik heb niets gedaan dat het daglicht schuwt.’
Tijdens de staatkundige onafhankelijkheid op 25 november 1975 zat Wijntuin aan als voorzitter van de Staten van Suriname. Hem wordt altijd het verwijt gemaakt dat hij het Surinaamse volk een referendum heeft onthouden. Tijdens dit referendum zou het volk zich kunnen uiten of het voor of tegen de onafhankelijk was. ‘Een referendum uitschrijven was geen taak van de voorzitter van de Staten van Suriname. Dat is de taak van de regering’, zegt Wijntuin.
‘13 augustus 1980 is zwarte bladzijde’
De datum van 13 augustus 1980 blijft voor Wijntuin een zwarte bladzijde in de Surinaamse geschiedenis. Op deze dag werd het parlement ontbonden door toenmalig legerleider Desi Bouterse. Wijntuin denkt daar met veel bitterheid aan terug. ‘Je wordt niet benoemd, maar gekozen en toch wordt je van de een op de andere dag ontbonden. Per decreet werd het parlement naar huis gestuurd.’ Wijntuin kan het zich nog heel goed herinneren dat deze mededeling via de nationale zender werd uitgezonden.
Op 8 december 1980, toen de Decembermoorden werden gepleegd, was Wijntuin niet in Suriname. De PVS waar hij deel van uitmaakte, had Wijntuin afgevaardigd om deel te nemen aan een vakbondsconferentie die in Caracas (Venezuela) werd gehouden door de Christendemocraten. Gedurende het militaire regime vertrok Wijntuin uit Suriname. ‘Ik wilde mij beslist niet onderwerpen aan het militair gezag.’
‘Niemand is eigenaar van Suriname’
Wijntuin vindt het zeer betreurenswaardig dat de moraal binnen de politiek steeds aan het verslechteren is. Vaak genoeg nemen politici de opstelling alsof zij de eigenaar zijn van Suriname. ‘Niemand is eigenaar van het land. Niemand kan op een blauwe dag komen en zeggen dat hij Suralco wil hebben. Wij zijn allemaal kinderen van het land en het is de plicht van ons allemaal om bij te dragen aan de ontwikkeling.’
‘Ik accepteerde geen doktersattesten’
Als voorzitter van de Staten van Suriname, accepteerde Wijtuin geen attesten om schadeloosstellingen van assembleeleden veilig te stellen. Dit zorgde ervoor dat hij door toenmalig assembleelid Paul Somohardjo voor de groene tafel werd gebracht. Middels een doktersattest wilde Somohardjo zijn afwezigheid rechtvaardigen. ‘Hij had een aantal vereiste vergaderingen niet bezocht en gaf mee dat hij ziek was. Je moet een aantal vergaderingen hebben bezocht om je schadeloosstelling te kunnen ontvangen.’ Maar de rechter besliste in het voordeel van Somohardjo. ‘De rechter was van oordeel dat mijn advocaat niet kon bewijzen dat Somohardjo niet ziek was.’
Als hoogtepunt in zijn leven ervaart Wijtuin de geboorte van zijn drie kinderen: twee dochters en een zoon. Wijntuin heeft 5 kleinkinderen. Maandag is er een herdenkingsdienst in verband met de herdenking van de geboortedag van Emile Wijntuin.
Asha Gajadien-Bhagwat