Het ministerie van Handel en Industrie opende op vrijdag 12 september 2014 officieel een dependance in Albina. Dit, om invulling te geven aan de decentralisatiegedachte en ook om de dienstverlening naar de ondernemers in dit gebied te brengen.
DC Theo Sondrejoe van Marowijne gaf in zijn korte toespraak aan, dat hij zeer verrast is met de voortvarendheid van minister Don Tosendjojo. In juli dit jaar werd er ook een dependance te Moengo in gebruik genomen. De burgervader wees op het gemak, dat de ondernemers van Albina nu zullen hebben bij het regelen van hun zaken. Ze hoeven de lange afstand naar Paramaribo niet meer af te leggen om ondere andere hun vergunning aan te vragen of te verlengen. “ Alles is nu dicht bij huis,” zei hij.
Een van de dromen van Marinus Bee is werkelijkheid geworden. Met de opening van de dependance zullen er volgens de parlementarier een aantal belangrijke ontwikkelingen in het grensstadje plaatsvinden.
Volgens Bee is het de taak van de overheid om partijen te beschermen. In deze gaat het om de consumenten en de ondernemers. Het DNA-lid memoreerde momenten waarbij er spanning en onbegrip was, waarbij de mensen, die daadwerkelijk zouden moeten optreden, er niet waren. Met de komst van de dependance van HI, kunnen de medewerkers de consumenten beschermen tegen prijsopdrijving, vervallen producten en smokkelwaar. Bee sprak de hoop uit, dat met de nodige sturing vanuit Paramaribo het zeer gemotiveerd team van de afdeling te Albina in staat zal zijn haar werk naar tevredenheid te doen. Hij waarschuwde het lokaal personeel om zich niet te lenen voor corruptieve handelingen. “We verwachten van u: eerlijkheid en oprechtheid,” aldus Bee.
Minister Don Tosendjojo benadrukte dat vanaf zijn aantreden het snel duidelijk was dat er in Marowijne dependances moeten verrijzen. “ Het is gelukt om een bijgebouw te Moengo en Albina te openen.”
Voor de HI-minister is het nodig om de dependances op te zetten, zodat er vooral controles kunnen worden uitgevoerd met name in Albina vanwege de levende handel, die hier plaatsvindt. De minister zegt als zoon van Marowijne verheugd te zijn om iets in het district op te kunnen zetten, dat van blijvende waarde is.
Hij feliciteerde zowel de locale gemeenschap als geheel Suriname met deze aanwinst. Na zijn toespraak onthulden de bewindsman en Bee het naambord. Daarna mocht de dc het lint doorknippen en het gebouw van binnen bekijken.