‘Door de componistenorganisatie in Suriname is een bemiddelingsbureau opgezet’, vertelt Sammy Doerga, voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Organisatoren. Dit bureau heet het Bureau Muziekauteursrechten (BMA) en is in de vorm van een vereniging opgezet. ‘Deze componistenorganisatie in Suriname moest eerder al een bemiddelingsbureau hebben opgezet’, vindt Doerga. Volgens de wet moet zo een bureau door organisaties van componisten en uitgevers opgezet worden. ‘Binnen BMA hebben zitting enkele prominente figuren uit de muziekwereld, zoals Kenneth Brown, Eric Reeveld, Winston Echteld, Damini Tjon A Tjon en nog enkele andere componisten. Al deze leden zijn afgevaardigden van uitgeversorganisaties en componistenorganisaties’, vertelt Doerga. ‘Zo hoort het ook. De leden moeten de eisen van de wet verder uitwerken’, aldus Doerga. Eén van de voornaamste eisen die de wet stelt, is dat een bemiddelingsbureau opgezet moet zijn door organisaties van componisten en uitgevers. ‘Er zijn genoeg controlemogelijkheden’. De controlemechanismen moeten in place zijn, zodat kan worden voldaan aan de internationale eisen, vindt Doerga.
Rechtvaardig bureau en geen familiebureau
Sasur is niets anders dan een bemiddelingsbureau en een bemiddelingsbureau wordt altijd opgezet door belanghebbenden, in dit geval de componisten en de uitgevers. Componisten zijn ook artiesten. ‘Ik ben een gebruiker en geen componist’, benadrukt Doerga. Mijn leden moeten straks aan een bemiddelingsbureau betalen. Dus kan ik niet zelf in een bemiddelingsbureau zitten. ‘Het gaat om dat je een rechtvaardig bureau moet opzetten en geen familiebureau’, aldus Sammy Doerga aan Dagblad Suriname. Het moet een bedrijf zijn dat opgezet is door belanghebbenden, waarbij belanghebbenden inspraak hebben. ‘Daarom moest Sasur een vereniging zijn, waar leden ook inspraak hebben en controle kunnen uitoefenen’, laat Doerga weten.
Farzana Abdoel