‘Bouterse slikt zijn Kabalebo-braaksel in’, zegt de gewezen diplomaat en NPS-politicus Arnold Kruisland als reactie op het afwijzen van het Kabalebo-project door Desi Bouterse in de militaire periode toen hij de leiding had. ‘Nu wil hij wel een aanvang maken met het project.’ Kruisland vindt het de president niet waardig om dit project, dat hij eerst de prullenmand in had gestopt, weer uit de prullenmand te halen.
Het Kabalebo-project was in de zeventiger jaren voorbereid. Hierin was al duizenden Nederlandse gulden geïnvesteerd. De toenmalige premier Henck Arron had al overeenstemming bereikt met de Guyanese president Forbes Burnham voor verkoop van energie. Er was al een compensatiemaatregel overeengekomen, omdat ook een deel van Guyana onder water zou komen te liggen. Kruisland kan zich al deze zaken nog herinneren als de dag van gisteren. Toen Bouterse middels een coup in 1980 het roer overnam, wilde hij geen invulling geven aan ‘een NPS-project’. De grondleggers waren namelijk Johan Adolf Pengel (voormalig NPS-voorzitter) en Frank Essed, de toenmalige minister van Opbouw. ‘Dat was dat hele probleem en nu hoor je het geklets van teveel stroom dat als drogreden wordt gebruikt.’
Wanneer thans de geschiedenis van het Kabalebo-project wordt aangehaald, probeert Bouterse de indruk te wekken alsof hij indertijd niets wist wat met de opgewekte energie moest gebeuren. ‘Niets is minder waar’, zegt Kruisland met klem. Met Suralco was indertijd de bouw van een smelterij overeen gekomen, omdat grote hoeveelheden bauxiet voorkomt in het westen alwaar de Hydro-energie opgewekt zou worden.
Kruisland weet dat Bouterse toen de opdracht gaf aan Frank Essed om hem alle details van het project uit te leggen. ‘‘Als ik dat wist, had ik het project nooit stopgezet’, zou Bouterse toen hebben gezegd. Jaren later heeft Kruisland in de hoedanigheid van parlementslid, Bouterse vaker geconfronteerd met deze woorden. Volgens Kruisland moet de gemeenschap de geschiedenis van het project weten. ‘Want vaak genoeg weet men niet wat zich precies in het verleden heeft afgespeeld, vooral wanneer Bouterse alles probeert te verdoezelen met zijn rooskleurig verhaal.’
Het Kabalebo-project behelsde onder meer het bouwen van stuwdammen en waterkrachtcentrales in de Kabaleborivier nabij Avanavero en in de Nickerierivier. Ook zou de aanleg van een overslaghaven in Apoera plaatsvinden. Met een deel van het geld dat Nederland aan Suriname bij de onafhankelijkheid van Nederland in 1975 ter beschikking had gesteld op grond van een integraal ontwikkelingsplan, werd begonnen aan de uitvoering. In het kader van dit plan werd van 1976 tot 1978 een 80 kilometer lange spoorweg aangelegd, vanuit Apoera naar het Bakhuisgebergte ten behoeve van bauxietwinning. Na de militaire coup van 1980 is dit project gestaakt. De spoorweg waaraan vele duizenden Nederlandse gulden is besteed, is nooit in gebruik genomen.
Asha Gajadien-Bhagwat