Minister Rabindre Parmessar van Openbare Werken(OW) wenst geen reactie te geven op de brief van Asiskumar Gajadien, waarin laatstgenoemde onder meer aanhaalt dat er veel onduidelijkheid is ten aanzien van gunningen en aanbestedingen, verleend door het ministerie van Openbare Werken (OW). ‘De brief is niet gericht aan mij, maar aan de president van Suriname en daarvoor moeten wij respect hebben. Daarom kan ik geen reactie geven’, aldus Parmessar.
Gajadien geeft op zijn beurt aan dat het uitblijven van een reactie van minister Parmessar op zaken betreffende het ministerie waarvan hij de uitvoerder is, alleen maar een teken van slecht bestuur kan zijn. ‘Ook al is de brief gericht aan de president, omdat hierbij gebruik is gemaakt van het formeel vragenrecht, dan nog zou het van goed bestuur getuigen als minister Parmessar, maar ook elke andere minister, antwoord zou geven op vragen vanuit de samenleving’, meent het DNA-lid.
Gajadien haalt in de bewuste brief onder meer aan dat de regering via een onderhandse gunning een aannemingsovereenkomst van USD 4.050.000 heeft getekend met het buitenlandse bouwbedrijf Broad Homes Industrial International Co. Ltd. Op het contract zou een voorschot van 40% van de aanneemsom aan de aannemer betaald zijn, terwijl een voorschot van 10% gangbaar is. Voorts zou de regering aan deze aannemer diverse faciliteiten hebben toegekend die vraagtekens oproepen, zoals vrijstelling van invoerrechten op de import van materiaal en goederen. Het DNA-lid vraagt of het wel billijk is dat lokale aannemers niet in aanmerking zijn gekomen voor de bouw van woningen onder soortgelijke condities, maar de aannemer Broad Homes Industrial International wel.
Verder neemt Gajadien in de brief op dat hij vernomen heeft dat de regering ten behoeve van het huisvestingsproject een stuk terrein, ter grootte van bijkans twintig hectare, te Okrodam heeft gekocht van een particulier en dat eerder genoemde aannemer tien hectare van dit stuk grond mag gebruiken voor het opzetten van woningen en panden voor commerciële doeleinden. Door Gajadien wordt een beroep gedaan op president Bouterse om zijn belofte voor een corruptievrije regering na te komen en daarom de externe controle-instituten te vragen om een onderzoek in te stellen naar de juistheid van de bestedingen en gunningen op ministeries.