De visie op de betekenis van mensenrechten is belangrijk geworden sinds men in Europa – met name de Raad van Europa – het concept van de positieve verplichtingen daartoe omarmd heeft. Slachtoffers en potentiële slachtoffers hebben recht gekregen op een effectieve bescherming door de staat tegen zeer ernstige misdrijven. In een zaak heeft het Europese Hof in dit kader belangrijke uitspraak gedaan over de verplichting van nationale staten om “moderne vormen van slavernij” ofwel mensenhandel aan te pakken. Bij mensenhandel gaat het in de kern om uitbuiting en inperking van vrijheden, vandaar dat het een vorm van slavernij wordt genoemd.
Zowel nationaal als internationaal staat de aanpak van deze vorm van criminaliteit in de schijnwerpers. Juist omdat mensenhandel gepaard gaat met een ernstige schending van fundamentele rechten en vrijheden en omdat het vermoeden is dat dit verschijnsel een steeds grotere vlucht neemt, staat het probleem hoog op de politieke agenda van nationale staten en internationale organisaties als de Verenigde Naties, Europese Unie en de Raad van Europa.
De juridische vraag is: wat is mensenhandel? Mensenhandel is het onder dwang, door misleiding of door misbruik te maken van overwicht, werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van een persoon met het oogmerk van uitbuiting. Het oogmerk van uitbuiting is van cruciale betekenis. Hierdoor kan mensenhandel van mensensmokkel worden onderscheiden, al kunnen de twee vormen van criminaliteit in de praktijk in elkaar overlopen. Mensensmokkel kan gemakkelijk leiden tot mensenhandel. Bijvoorbeeld als de gesmokkelde personen gedwongen worden onder erbarmelijke omstandigheden te werken om zo het geld voor de reis terug te verdienen.
Mensensmokkel is niet op uitbuiting gericht en moet daarom van mensenhandel worden onderscheiden. Bij mensensmokkel gaat het om hulp bij wederrechtelijke toegang, doorgang en verblijf. Het belang van de strafbaarstelling is er in gelegen te voorkomen dat personen zich illegaal toegang tot een land (bv Suriname) verschaffen. Bij mensensmokkel gaat het altijd om grensoverschrijdende criminaliteit.
Mensenhandel kan grensoverschrijdend zijn maar dit hoeft niet het geval te zijn. Mensenhandel kan ook binnen de landsgrenzen plaatsvinden. Denk hierbij aan de zogenoemde loverboys die veelal in een land (Nederland) wonende, kwetsbare jonge meisjes weten te bewegen zich te prostitueren. Ook schoolgaande meisjes kunnen hun prooi worden. Het OM en de politie zijn wel waakzaam!
Mensenhandel vindt niet alleen plaats in de seksbranche. Er bestaat ook non-seksuele uitbuiting. Het gaat dan onder andere om personen die onder dwang langdurig moeten werken, hier niet of nauwelijks aan verdienen en hun paspoort hebben moeten inleveren bij hun werkgever. Non-seksuele uitbuiting vindt bijvoorbeeld plaats in restaurants, fabrieken en bij agrarische bedrijven (denk aan seizoenarbeiders).
Ter effectieve bestrijding van mensenhandel moeten de staten/landen samenwerken en actieplan maken in strijd tegen dit euvel. Mensenhandel is een te groot probleem om alleen aan de politie en het Openbaar Ministerie (OM) over te laten. Ook andere organisaties, zoals immigratiediensten, arbeidsinspecties, bewakers aan de grensposten, hulporganisaties (NGO’s) en bedrijven, moeten bedacht zijn op signalen en maatregelen nemen om mensenhandel tegen te gaan.
Versterking van de multidisciplinaire samenwerking in de bestrijding van mensenhandel staat ook centraal tijdens een EU-conferentie, die Nederland samen met Polen en Cyprus organiseert en als titel draagt: “Putting Rantsev into Practice”. Deze conferentie is vernoemd naar de Rantsev-uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in 2010, waarin het Hof stelt dat de landen een geïntegreerde aanpak van mensenhandel moeten hebben.
Mr. André Saheblal