De zwakte van de Brics-landen

In 2013 hebben de vijf opkomende economieën het idee geopperd om een ontwikkelingsbank op te richten. Dit als tegenhanger van de Bretton Woods ontwikkelings- en kredietverlenende banken, de Werelbank/WB en het IMF. Het main argument om tot oprichting van de Brics ontwikkelingsbank te geraken, althans dat wordt gezegd, is dat de WB en het IMF een te dominante positie is toebedeeld in het bepalen van welk land leningen c.q. ondersteuning krijgt. De dominante positie van de rijke landen, de zogenoemde ontwikkelde landen, wordt vaak gebruikt om ontwikkelingslanden in een neokolonialistisch band te houden. Hiermee bedoel ik dat de rijke landen, die veel invloed hebben bij de WB en het IMF, handeling plegen om hun financiële en monetaire zienswijze op te leggen aan de ontwikkelingslanden. Dit gebeurt bij aanvraag van kredieten voor de nationale ontwikkeling van deze landen. Denkt u maar aan het concept dat het IMF bij de uitvoering van het structureel aanpassingsprogramma in 1993-1994 aan de regering heeft voorgelegd. De concepten van het IMF zijn vaak heel theoretisch en technisch, maar missen vaak genoeg een humanitair gezicht, hetgeen aangeeft dat er weinig rekening wordt gehouden met de maatschappelijke werkelijkheid. De onlusten die de aanpassingsprogramma’s in diverse landen teweeg hebben gebracht, zijn legio. In Griekenland is dat recentelijk gebeurd of gebeurt dat nog steeds.
Laat mij vaststellen dat de financieelmonetaire instituten als WB en IMF geen filantropische instituten zijn, maar echt ‘business wise’ opereren met als primair oogmerk: winst maken.
Ook de financiële instellingen als IDB, IsDB opereren vanuit het principe van business doen. Het zal absoluut niet anders zijn met de op te richten ontwikkelingsbank door de BRICS landen.
Brics-landen
De Brics-landen zijn in de eerste plaats geen economische entiteit. De economie in deze landen is qua groei (index) niet identiek. Hoewel ik ook enigszins kennis draag van de conjuncturele ontwikkeling van de economie binnen de Brics-landen, zal ik daarop niet ingaan. Dit laat ik over aan financieel en economische analisten. Wat wel op te merken is, is dat de Brics-landen een bilaterale relatie hebben met de ontwikkelde landen, maar ook onderling. De economische groei van de Brics-landen is sterk afhankelijk van de investeringen die door met name de ontwikkelde landen gepleegd worden in deze landen. De investeringen worden in diverse sectoren gepleegd, van grondstoffen exploratie/exploitatie tot concrete opzetten van industrieën. Er is ook divergentie in de groei van de economie van de Brics-landen. Ook de behoefte aan bijvoorbeeld grondstoffen geeft een verschil aan. China heeft meer behoefte aan grondstoffen om de fabrieken draaiende te houden dan bijvoorbeeld Zuid-Afrika. Zo is China op dit moment de grootste handelspartner van Brazilië, terwijl bijvoorbeeld Nederland de tweede grootste investeerder is van Brazilië. De economische power van China is enkele malen groter dan de economie van Rusland en Zuid-Afrika bijeen. De economie van Rusland is duidelijker gebaseerd op de belangrijke ‘commodities’ olie, aardgas en in mindere mate op landbouw. Met deze korte voorbeelden wil ik aangeven hoe verschillend de economieën van de Brics-landen zijn. Er moet veel meer gedaan worden om een stabiele ontwikkelingsbank te creëren. De politiek-economische belangen van de Brics-landen, met name China is ook erg verschillend. China voert een economisch beleid dat erop neer komt dat er werkgelegenheid binnen en buiten China ontstaat voor de eigen staatsburgers. China,s buitenlandse beleid gaat uit van geo-economische invloedsferen in alle werelddelen creëren met als doel welvaart en welzijn scheppen voor China. Er wordt in het geheel niet nagedacht om de geo-economische en geopolitieke invloedsferen met militair machtsvertoon te vestigen. Rusland doet dat wel met name in enkele voormalige Sovjetlanden als Moldavië en nu op dit moment in Zuidoostelijk deel van Oekraïne. Je moet erg naïef zijn om zij het op een afstand niet door te hebben dat Rusland Oekraïne destabiliseert. Overigens heeft de premier Medvedev dat aangekondigd. Rusland kent in vergelijking tot de overige Brics-landen een wat ik wil noemen maffiademocratie met een puur kapitalistisch georiënteerde markt economische strategie. China heeft als socialistisch land ook een ‘market economy strategy’ met Chinese karakteristiek. De Chinezen geven leiding aan de markteconomie vanuit een socialistisch-ideologische invalshoek. Dat gebeurt niet in Rusland. De economie wordt in dat land geregisseerd en gecontroleerd door een kleine groep rond de president. In Brazilië, India en Zuid-Afrika wordt het economisch beleid conform de spelregels van de westerse landen uitgestippeld en uitgevoerd.
Ik zei dat elk der Brics-landen aparte bilaterale handels en economische relaties met landen aangaan. Dus geloof ik weinig van de eventuele politieke doelen die de Brics-landen zouden nastreven met de oprichting van de ontwikkelingsbank. Overigens zal deze bank nogmaals niet anders kunnen opereren als de WB en het IMF op het gebied van verstrekken van kredieten. Het kan wel zo zijn dat de procedures die gevolgd moeten worden om aan kredieten te komen versoepeld worden. Echter blijf ik erbij dat deze nieuwe bank nimmer zal kunnen opereren als een filantropische instelling.

De leiding van de bank

Reeds bij het ondertekenen van het protocol tot oprichting van de Brics ontwikkelingsbank, is gebleken wie de belangrijkste rol gaat vervullen. China uiteraard. Dit vanwege de omvang van de economie en de kredietwaardigheid. China zal derhalve, ook al is het voorzitterschap een roulerende, het meest opdraaien voor de Financiën van deze bank. Het zal interessant te volgen zijn hoe deze bank zal omgaan met een laagconjunctuur van de wereldeconomie of van de economie binnen de Brics-landen zelf.
Suriname en de Brics-landen
Suriname heeft met de individuele Brics-landen bilaterale relatie. Ik begon dit artikel met te stellen dat de Brics-landen geen homogeen financieel-economische entiteit vormen. Het is derhalve van belang om met cijfers aan te tonen welke voordelen c.q. nadelen de bilaterale handels- en economische relaties met Brazilië,Rusland, India, China en Zuid-Afrika tot nu toe voor Suriname hebben betekent. Ik heb de cijfers niet, maar onze monetaire autoriteiten en overige financieel-economische analisten wel. Wat wel duidelijk opvalt is dat de handels- en economische relatie met China een eminente plaats inneemt. Ik vermoed zelfs dat de handelsbalans met China in het voordeel uitpakt voor China. In handels opzicht lijkt China een positie als neokolonisator in te nemen in Suriname. Dit laatste moet als een contradictie gezien worden, omdat een socialistisch land/beleid nooit ervan uitgaat om aan winstmaximalisatie te doen. Dus kan China niet als strategie hebben om Suriname uit te buiten. De houding die de Surinaamse regering etaleert ten aanzien van de Chinese geo-economische diplomatie, bepaalt de baas-knecht- of de baas-baas- of knecht-knecht-relatie. Hiermee bedoel ik dat Suriname zelf bepaalt of het als knecht/slaaf wil dienen voor de Chinezen. Is de houding een bedelachtige houding zonder structureel en fundamenteel lang termijn ontwikkelingsdoelen of beleid, dus een ad hoc en opportunistisch- populistische uitgangspunt, dan zal die houding bepalend zijn voor de positie die Suriname inneemt in de relatie met in casu China.
Suriname moet rekening mee houden dat al de Brics-landen grote economische en handelsbelangen hebben in Europa, Azië, Noord en Zuid-Amerika. Wij moeten als land niet de denkfout maken dat met de oprichting van de nieuwe Ontwikkelingsbank er een polariserende en ‘koude oorlogse’ situatie op het gebied van kredietverlening zal ontstaan. Ik zie de oprichting van de Brics ontwikkelingsbank als een protest tegen de te ‘hegemonische’ positie van de ontwikkelde landen in de Bretton Woods- organisaties. Dus geen botte en inschattingsfouten maken door ons zelf te gaan plaatsen in een fictieve tegenstelling. Het belang van de Brics-landen is erg groot in de ontwikkelde economieën en omgekeerd. Suriname heeft hopelijk een les geleerd dat Frankrijk geen poort kan zijn tot Europa. Het was een zeer strategische denkfout die ingegeven is door amateuristische diplomatie. De realiteit is dat de westerse landen een ongeschreven verdeling hebben, wie de leiding heeft van een bepaald geografisch gebied op de aardbol. Noord-Zuid en Zuid-Zuid relatie moet in elk geplande buitenlands beleid op een evenwichtige manier doorgevoerd worden. Geen van de relatie moet dominant zijn.
Bert Eersteling

error: Kopiëren mag niet!