Het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) heeft onlangs enkele boothoudersvergunningen uitgereikt. Aan de vergunning zijn voorwaarden verbonden. Elke boothouder die in het bezit is van een vergunning, dient zich aan deze voorwaarden te houden. De boothouder moet met name SRD 50 aan vergunningsrecht per jaar betalen, vertelt Stephany Kasketi, hoofd van de afdeling Voorlichting TCT. Verder moet de boot gekeurd worden door de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS). Daarnaast moet de boot een naam en een nummer hebben. Voor de veiligheid zijn reddingsvesten verplicht, zowel voor de boothouders als de passagiers. De boothouders moeten hun vergunning altijd bij zich hebben, want dat dient als legitimatie voor de Franse overheid, benadrukt Kasketi.
TCT streeft in samenwerking met Havenbeheer naar een transparant vervoersbeleid tussen Albina en St. Laurent te Frans Guyana. ‘De Franse overheid heeft reeds het bericht gehad dat de boothouders gelegaliseerd zijn’, zegt Kasketi. ‘Dus zij gaan uitkijken naar die vergunningen.’ Degenen die hun vergunning niet kunnen aantonen, worden aangehouden en als illegaal aangemerkt. Vervolgens worden zij teruggestuurd naar Suriname. Hiermee raken zij hun hele rit voor de dag kwijt.
Volgens Kasketi wordt er controle uitgeoefend op de boothouders. De dienst Openbaar Vervoer van TCT en de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) hebben bus- en bootcontroleurs zowel op Moengo als Albina. Wat betreft de veiligheid van de boothouders, geeft Kasketi aan dat de boothouders ervaren zijn. Ze doen het werk al langer dan 18 jaar. Om de skills aan te scherpen, hebben zij de training ‘Veilig varen’ gevolgd van de MAS in samenwerking met TCT. Er komt nog een vervolg op deze training. ‘Wij noemen hen veerboothouders, omdat zij de oversteek doen over het water. Maar de vaartuigen die zij gebruiken, zijn grote korjalen.’
Farzana Abdoel