CLO-topper Ronald Hooghart vindt dat er onnodig veel commotie ontstaat over het niet noemen van een minimumloon in de “Wet Minimum Uurloon”. Vooral oppositionele partijen in DNA vinden dat zij geen oordeel kunnen vellen over de wet die aan het parlement is aangeboden ter beoordeling en goedkeuring, omdat er geen bedragen zijn opgenomen in de wet. Er is een wet ingediend die betrekking heeft op het minimumloon, terwijl niet is gecategoriseerd wat het minimumloon is, voor welke diensten en sectoren. Volgens de oppositie geeft zij de regering hiermee een blanco mandaat. De oppositie zal hoogstwaarschijnlijk tegen deze wet stemmen.
Het parlement heeft de wet in eerste ronde behandeld en moet de regering nu antwoorden. Parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons heeft besloten de behandeling van de wet aan te houden om de regering in de gelegenheid te stellen de commentaren van het parlement mee te nemen en de wet aan te passen. Hooghart geeft toe dat er “zaken in de wet zullen zijn die aanpassing behoeven, maar de wijze waarop de zaak in het parlement wordt benaderd, is niet goed”. Hooghart vindt dat de zaak nationaal benaderd moet worden en dat mist hij bij vele parlementariërs.
Verschillende voorstellen kapseisden
Het invoeren van een minimumloonstelsel is al enkele jaren punt van discussie tussen de overheid, bedrijfsleven en vakbeweging geweest. Het bedrijfsleven en de vakbeweging hebben vaker met gewezen ministers van ATM hierover tevergeefs van gedachten gewisseld. Verschillende voorstellen hieromtrent zijn in de afgelopen jaren gepresenteerd waarbij partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken. Zo kunnen genoemd worden een minimumloonstelsel per sector of bedrijfstak en de koppeling tussen het invoeren van een minimumloonstelsel en aanpassing van de Ontslagwet. Begin vorig jaar is het ontwerp breedvoerig besproken binnen het Arbeidsadviescollege en het Tripartiet Overleg, waarna de minister het aanbood aan de Raad van Ministers (RvM).
De vakbeweging is volgens Hooghart al langer dan 40 jaren bezig met deze zaak. Hij is daarom blij dat de wet het parlement eindelijk heeft bereikt. “Er zullen altijd wat haken en ogen zijn die correcties behoeven. De parlementariërs dienen te beseffen dat zij volksvertegenwoordigers zijn en zaken die de burgerij betreffen op een goede wijze moeten benaderen. Wat daar gebeurt, zijn alleen maar politieke steekspelletjes van een individu of als politieke organisatie om te scoren naar de verkiezing toe, waarmee het volk eigenlijk niet wordt gediend.” Hooghart doet een beroep op het parlement om deze zaak zodanig te benaderen dat de wet op korte termijn in werking kan treden.
RvM wijzigt ontwerp
Het oorspronkelijk ontwerp is gewijzigd door de RvM. Zo zal deze wet de mogelijkheid bieden om zowel een algemeen als een sectoraal minimumuurloon vast te stellen. De hoogte van het minimumuurloon zal bij staatsbesluit worden vastgesteld. Hooghart erkent dat het ontwerp dat bij het parlement is ‘iets anders is dan is overeengekomen”, maar in grote lijnen komt die overeen. Belangrijk is dat de regering een aanzet heeft gegeven om te komen tot een minimumloon. Eerder zei C-47 al zich niet terug te kunnen vinden in de wet en bestempelde die als arbeidsonvriendelijk.
Staatsbesluit effectiever
Hooghart vindt het correct dat in de wet is aangegeven dat zaken, zoals het vaststellen van het minimumuurloon, bij staatsbesluit zullen worden vastgesteld. Waar de critici geen rekening mee houden, is dat wijzigingen per staatsbesluit gemakkelijk en tijdbesparend zijn dan het doorvoeren van wetswijzigingen. Tevens dient rekening gehouden te worden met veranderde ontwikkelingen nationaal en internationaal. Wat voor nu een goed minimumloon is, hoeft twee jaar na vandaag niet meer het geval te zijn. Dat betekent dat de regering wederom naar het parlement moet om de wet te wijzigen als het minimumloon in de wet wordt opgenomen. “De minister van ATM heeft correct gehandeld door in de wet toe te voegen dat bepaalde zaken nader bij staatsbesluit zullen worden vastgesteld”, meent Hooghart.
SM