Mogelijk corruptie onder leiding van aannemer Tjongalanga

Aannemer Tjongalanga Suriname zou zich schuldig hebben gemaakt aan grootschalige corruptie. Dit blijkt uit documenten waarop Dagblad Suriname de hand heeft kunnen leggen. De aannemer zou dit in 2005 hebben gedaan toen zij de weg naar Wanhatti, met name het weggedeelte tussen de Oost-Westverbinding tot de brug over de Pericakreek in het district Marowijne, in opdracht van het ministerie van Regionale Ontwikkeling moest rehabiliteren. Hierbij heeft het bedrijf de opdracht aan een onderaannemer gegeven om zand van het perceel van een derde op te graven. Tjongalanga heeft, wetende dat het perceel van een derde was, zand van het perceel voor de rehabilitatie van de weg gebruikt. Directeur C. van der Lee van Tjongalanga verwijst Dagblad Suriname naar de eigenaar van het perceel voor meer informatie. De verantwoordelijke van Openbare Werken is twee jaar geleden ook met ontslag gestuurd. Een getuige die in deze zaak is gehoord, was eerder werkzaam bij Tjongalanga op het project. De zaak gaat in oktober weer voor, waarbij de eigenaar nog een getuige moet brengen.
De aannemer moest van de opdrachtgevers contact opnemen met de perceeleigenaar, zodat zij gemakkelijk zand tegen betaling konden opgraven van de nabije percelen. Tjongalanga liet zand afgraven van een perceel zonder toestemming van de eigenaar. De vraag rijst nu hoe de aannemer dit zover heeft kunnen krijgen, wetende dat het werk gecontroleerd zou worden. De instantie die erop moest toezien dat alles volgens het bestek ging, was Ingenieursbureau Rustwijk & Rustwijk. Het ministerie van Openbare Werken moest voor de controle zorgen, maar liet de illegale zandafgravingen doorgaan. Het ministerie van Regionale Ontwikkeling heeft ook niet aan de bel getrokken. Het komt erop neer dat alle controlerende organen die Tjongalanga moesten controleren op het project, stilzwijgend hebben meegewerkt dat er zand gebruikt werd dat van diefstal afkomstig was. Bij deze aanbesteding werd het geld in vier keren uitbetaald aan Tjongalanga naar gelang het werk vorderde. Bij al de betalingen moesten al de partijen tekenen en aangeven dat het werk vorderde en plaatsvond volgens het bestek. Er is grootschalige corruptie gepleegd om de Staat op die manier geld af te troggelen, terwijl er illegaal zand verwerkt werd.
Indien de controleurs keurig hun werkzaamheden hadden verricht, zou het onmogelijk zijn geweest dat er ontvangen zou kunnen worden. Zelfs bij de eerste betaling al zou dat niet het geval mogen zijn. De benadeelde eigenaar van het perceel heeft sinds 2006 een rechtszaak in bodemprocedure lopen bij de civiele rechter, waarin hij schadevergoeding vraagt. Dat er een rechtszaak loopt, geeft dus aan dat Tjongalanga ook weigert om te betalen voor het zand dat hij verkocht heeft aan de Staat Suriname van de perceeleigenaar, ter plekke waar hij liet afgraven. De aannemer weigert om een reactie aan de krant te geven over deze kwestie.
FR

error: Kopiëren mag niet!