Hoewel wij veel sentiment ervaren bij de levensloop van onze voorouders, concentreren wij ons vooral op het vooruitstreven dat wij van onze ouders en voorouders hebben meegekregen. Hierover het volgende. Het gaat om het vooruitstreven, de mobiliteitsdrang die eens behoorde tot onze voorouders die van India naar Suriname gingen en van ons en onze ouders die van Suriname naar Nederland kwamen. Wat hebben we meegekregen van onze voorouders uit India en van onze ouders uit Suriname? Wat hebben we meegenomen naar Nederland? Hoe vertaalt dat zich in de praktijk en welke relatie is er te leggen met parasuïcide en suïcide onder Hindostanen? Dit zijn ingewikkelde vragen waarop iedereen vanuit zijn of haar invalshoek een ander antwoord zal formuleren. Vandaag deel 2 uit mijn lezing waarin ik mijn visie op deze vragen met u deel.
In Suriname vond in 1973 een verschuiving plaats van de wettelijke huwelijksleeftijd van 13 naar 15 jaar voor meisjes en van 15 naar 17 jaar voor jongens. Mede hierdoor verschoof ook geleidelijk de huwelijksleeftijd in de praktijk. De biologische en seksuele ontwikkeling veranderde natuurlijk niet door de wettelijke veranderingen. De seksuele ontwikkeling behoort onder Hindostanen tot de grootste taboes. Maar deze lijkt wel degelijk relevant voor het suïcideprobleem. Zo heeft Abrahams in 1997 een onderzoek gepubliceerd naar de seksuele ervaringen van Surinaams-Hindostaanse mannen in Nederland. Het waren allemaal mannen die in Suriname waren geboren en getogen. De mannen vertelden over hun eerste seksuele contacten, die op zeer vroege leeftijden plaatsvonden. Van de 26 mannen beschrijven 17 dat hun eerste seksuele ervaringen met familieleden waren. Het gaat voornamelijk om oudere nichten die hun seksualiteit verkenden met jongere neefjes. Hoewel de beschrijvingen soms grenzen aan seksuele forcering, weten de mannen terugblikkend niet goed hoe zij de situatie moeten definiëren. Schrikt u hiervan? Ik niet. Het is namelijk simpel te verklaren als u naar de geografische situatie kijkt, die ik eerder in mijn betoog beschreef. Contact tussen familieleden werd als veilig beschouwd. Echter de biologische ontwikkeling gaat door en
de biologische behoeften zoeken ook in een kuisheidscultuur een uitlaatklep. Dit zijn de best bewaarde familiegeheimen. Deze vrouwen zijn als zogenoemde maagden het huwelijk ingegaan. Misschien hadden ze hun maagdenvlies ook nog wel. Tijdens een uitzending op radio Vahon, interviewde ik samen met Nanda Baldew enkele slachtoffers van incest. Eén van de gasten was een man, die tijdens zijn opgroeien in Suriname slachtoffer was van seksueel misbruik, door zowel een nicht als een neef. Ook hijzelf verviel als kind bijna in misbruikgedrag in zijn relatie met jongere kinderen. Zijn ex-vrouw heeft nooit geweten over dit verleden. De relatie was ten tijde van het interview door allerlei geheimen en door wederzijds onbegrip al op de klippen gelopen. In de uitzending hebben we goed kunnen weergeven hoe de mechanismen van misbruik op kinderen kunnen werken als een soort inktvlekwerking. Aan de andere kant zijn er ook verhalen van vrouwen die slachtoffer zijn geweest van seksuele wantoestanden. Dit doet mij
denken aan een quick scan die ik jaren geleden uitvoerde. Ik sprak 30 Hindostaanse vrouwen over hun eerste seksuele ervaringen. Van deze 30 vrouwen waren er 3 als maagd de relatie met hun toenmalige partner aangegaan. Eén van deze drie werd aan het begin van haar huwelijk systematisch verkracht door haar echtgenoot. Daarna heeft zij zich seksueel gehoorzamer opgesteld. De overige 27 vrouwen hadden al gemeenschap gehad met een ander voor zij zich settelden met een partner. Ruim een derde van deze vrouwen was seksueel geforceerd door een bekende of een familielid. Deze vrouwen beschrijven zichzelf duidelijk als slachtoffer van seksueel geweld. De meeste vrouwen hadden deze informatie niet gedeeld met hun man, op enkele jongere vrouwen na. De meeste partners gingen ervan uit dat zij de eerste en enige seksuele partner van hun vrouw waren. Deze
exclusiviteit(swaan) blijkt waardevol voor Hindostaanse mannen. In een gezin met een autoritaire communicatiestijl delen kinderen hun problemen en ervaringen niet vlug met hun ouders. Ook allerlei taboes maken dat veel ervaringen onbesproken blijven of alleen worden gedeeld met leeftijdgenoten, broers en zussen, nichten en neven die net zo weinig kaas hebben gegeten van seksualiteit en misschien in dezelfde experimentele fase zitten. En van het één komt het ander. Uit recentere onderzoeken in Nederland blijkt zelfs dat de kans op incest en seksuele schending groter is in de zogenaamde kuisheidsculturen en vaker voorkomt in meergeneratiehuishoudens.
De conclusie die we uit het voorgaande kunnen trekken is dat veel vrouwen hun man(nen) een onterecht imago voorhouden, bijvoorbeeld dat zij aan de kuisheidsnorm voldoen. Op dezelfde manier zwijgen ook mannen over pijnpunten die hun imago zou kunnen schaden. Kortom: wij stellen ons niet kwetsbaar op binnen ons eigen gezin, zelfs niet bij degenen die ons het meest nabij zijn: ouders, levenspartners en kinderen. Het ziet er naar uit dat we een soort dubbelleven leiden, zelfs binnen het gezin. Er is een werkelijkheid die wij zelf kennen en een imago dat we onze geliefden voorhouden. Apnapan is een relatief begrip, met duidelijke codes en grenzen. Met het voorgaande heb ik enkele issues besproken, die een rol spelen in de herinneringen en in het actuele welbevinden.
Dit zijn niet de enige issues, maar een selectie. Het leven in Suriname was voor veel mensen zwaar. Het is nog steeds voor veel mensen zwaar. Dat kan niet anders, gezien het hoge aantal suïcides in Suriname. (wordt vervolgd op donderdag 10 juli).
dr. Anita C. Nanhoe