Parlementsvoorzitter Jenny Geerlings-Simons heeft de openbare DNA-vergadering voor de behandeling van de Algemene Pensioenwet, Wet Nationale Basiszorgverzekering en de Wet Minimumuurloon dinsdagmiddag tot nader order verdaagd. Om de regering in de gelegenheid te stellen de bijdrage van het parlement mee te nemen in de aanpassing van de wetsontwerpen heeft de DNA alle drie wetten in eerste ronde afgerond. Verwacht wordt dat de regering zich serieus gaat buigen over de commentaren vanuit het parlement en de wetten gaat aanpassen, zegt Simons. Vicepresident (vp) Robert Ameerali kon niet aangeven wanneer de regering zo ver zal zijn. Hij gaf de verzekering dat de regering enkele zaken die zijn gepresenteerd door het parlement reeds aan het uitwerken is. De regering heeft echter enige tijd nodig om een aantal zaken nog af te maken.
Verwarring verzekering zwangere vrouwen
Ameerali vond het nodig het parlement meteen te informeren dat zwangere vrouwen niet zijn opgenomen in het gratis basiszorgverzekeringspakket, dat in juli 2013 is ingevoerd. Hij verduidelijkte dat het nog te geboren kind verzekerd is. Er is enige verwarring ontstaan nadat de regering zwangere vrouwen opriep om hun verzekeringspas op te halen. Het pasje staat weliswaar op naam van de moeder, echter is niet zij, maar het kind vanaf de geboorte meteen verzekerd, verduidelijkte de vp. De basiszorg is van 0-16 en 60+. Personen die jongeren dan 16 jaar zijn en in de verwachting raken, worden wel gedekt.
Miljoenen achterstand
De regering zal moeten onderbouwen hoe de nationale basiszorgverzekering zal worden gefinancierd. Het lid Radjkoemar Randjietsing deelde in zijn spreekbeurt mee dat er achterstanden zijn in de uitbetaling van de premie van de gratis basiszorgverzekering. Er zou een achterstand zijn die miljoenen SRD’s bedraagt. Het lid wenste te weten hoeveel de gratis verzekering de Staat per maand kost. Ronnie Asabina van de BEP heeft informatie dat dit pilotproject de regering maandelijks ongeveer SRD 11 miljoen kost.
Informele sector complex
Asabina vraagt zich af hoe de regering personen binnen de informele sector zover zal krijgen om ziektekostenpremie te betalen. Deze sector is onoverzichtelijk, terwijl de regering met de wet beoogt en eist dat elke ingezetene verzekerd moet zijn. Van de regering wenste hij te weten hoeveel procent van de actieve bevolking zit in de informele sector. Asabina benadrukte dat heel veel activiteiten plaatsvinden buiten het toepassingsgebied van deze wet. Hij pleit daarom voor een transitieproces van de informele economie naar een formele economie. ‘De gezondheidszorg kost de economie ettelijke miljoenen’, onderstreepte Asabina. De medische kosten bedragen 9% van ons Bruto Binnenlands Product (BBP). In het kader van de uitvoering van deze wet wordt naar een projectie gevraagd van de kosten op korte-, middenlange- en lange termijn. Asabina vindt dat het belangrijk is te weten welk deel van het BBP bij elkaar wordt gebracht door de informele sector.
Koppeling met belastingwetten ontbreekt
Een valkuil van deze wet is dat er op geen enkele manier een koppeling is gemaakt met de belastingwetten, terwijl die wetten wel gewag maken van vrije geneeskundige behandelingen en pensioenen. Asabina wijst erop dat vrije geneeskundige behandeling een looncomponent is volgens de belastingwet voor de totstandkoming van loonbelasting en is fiscaal bekeken het pensioen uitgesteld loon. De vraag is volgens hem als het een bewuste keuze is van de regering om de koppeling niet te maken met de belastingwetten. De consequenties zijn enorm, omdat de arbeidskosten zullen oplopen met de uitvoering van de ingediende drie sociale wetten.
SM
