De Guyanese verdachte, Nicola Moore, is door kantonrechter Maytrie Kuldipsing vrijgesproken voor mensenhandel en mensensmokkel. Volgens de magistraat heeft Suriname het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM) geratificeerd. Hierdoor hebben bepalingen van dit mensenrechtenverdrag een rechtstreekse doorwerking in het Surinaams rechtssysteem. Artikel 8 lid 2f van het verdrag geeft aan dat de Staat Suriname een minimumgarantie aan de verdachte moet verschaffen. Het proces-verbaal bestaat overwegend uit belastende verklaringen van de slachtoffers tegenover een ontkennende verdachte.
Het verdrag zegt dat daar waar het bewijs tegen de verdachte in overwegende en beslissende mate zou steunen op verklaringen van getuigen, de verdachte de gelegenheid moet krijgen de getuigen te ondervragen. Dit is helaas noch bij de politie noch op de terechtzitting gebeurd, omdat het Openbaar Ministerie de slachtoffers niet zover heeft kunnen krijgen dat zij bereid waren een getuigenverklaring af te leggen. In het procesdossier was er daarnaast ook geen verklaring van andere getuigen. De verklaringen van de slachtoffers zouden van eminent belang zijn. Hierdoor is een veroordeling gebaseerd op een verklaring van de politie, hetgeen in strijd is met artikel 8 lid2f AVRM.
De comparant Mikolokoe Deel werd ook vrijgesproken voor mensenhandel en mensensmokkel. Hij werd wel voor twaalf maanden, waarvan vier voorwaardelijk, met een geldboete van SRD 500 subsidiair twee weken hechtenis gevonnist voor het overtreden van de Wet Verdovende Middelen en overtreden van de Vuurwapenwet. Hij was op de vorige zitting in vrijheid gesteld en blijft op vrije voeten. Tegen Moore had het Openbaar Ministerie een straf van vier jaar voorgesteld.
Moore heeft in de periode van oktober 2013 tot en met november 2013 drie Guyanese meisjes in het binnenland gedwongen om tegen betaling seksuele handelingen te plegen. Moore ontmoette de meisjes in Guyana en hield ze voor dat ze de politie zou betalen, zodat zij zonder papieren naar Suriname konden reizen. In Nickerie aangekomen werden zij naar Paramaribo vervoerd en vervolgens naar een bar bij de bovenloop van de Lawarivier gebracht. Daar aangekomen, bleek dat de meisjes niet voor normale werkzaamheden naar Suriname waren gehaald. Onder bedreiging moesten zij prostitueren. Dagelijks moesten zij tenminste Euro 30 aan Moore betalen. Zij konden niet weglopen, omdat zij het gebied niet kenden en geen geld voor levensonderhoud hadden. Eén van de meisjes is minderjarig.
FR