135 politie onderofficieren hadden een kortgeding aanhangig gemaakt tegen de Minister van Justitie en Politie. De grondslag van het kortgeding was dat een onder officier van politie was toegelaten tot de inspecteuropleiding. De groep onder officieren zijn van mening dat die ene onder officier niet voldoet aan de toelatingseisen om deel te nemen aan de inspecteuropleiding die nu gaande is. Voorts dat op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het gelijkheidsbeginsel, het verbod op willekeur, het beginsel van behoorlijke belangenafweging, het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en het beginsel van zuiverheid van oogmerk. De rechter in kortgeding mr. A.C. Johanns heeft is niet mee gegaan met de eis van de 135 ambtenaren en heeft hun in het ongelijk gesteld.