Gisteren was er een rustdag bij het WK voetbal dat de hele wereld in zijn ban houdt. Suriname is er niet bij, maar Caribische broeders Jamaica en Trinidad zijn er wel bij. Er zijn weinig Surinamers die ervan dromen om Suriname eens heel groot te zien schitteren. Als er genoeg mensen trots zullen zijn op dit land en van hem gaan houden met ziel en hart, dan zal het Suriname eens wel lukken. Nu al is het mogelijk en Algerije is een voorbeeld hoe het kan, maar er zijn Surinamers die zich groot voelen wanneer ze in staat zijn om de ontwikkeling van dit land achter te houden. Alhoewel wij er niet zijn op het WK houdt dit toernooi onze sportwereld een spiegel. Met name als het gaat om de landen waar er ook veel wordt gekraakt in Suriname: Ghana en Kameroen. Als we deze teams volgen een week voor aanvang van het WK tot de dag van hun roemloze uitschakeling afgelopen week, dan herkennen we daarbij zoveel materiële en immateriële negatieve zaken en in een grote hoeveelheid, dat je je bijna afvraagt of de stand van zaken hier te lande een verklaring vindt in de hebi’s die in de genen liggen. Afrikaanse teamsporters blinken in hun eigen setting (lees: eigen nationale selectie) alleen als individu, bijna nooit als collectiviteit. Met weemoed kijken sommige Surinamers uit naar een Afrikaans land ooit in een WK-finale. Zover zal het lange tijd niet komen. De landen die nu wel verder kunnen komen, zijn de Noord Afrikaanse landen als Egypte, Algerije en Marokko. Hun bindmiddel is het alles overstijgende geloof. Nationale trots zou de andere Afrikaanse landen kunnen binden, maar dat is er totaal niet. Niet verrassend trouwens voor landen met corrupte regeringen en waar het egoïsme het nationale overmant. De focus in Suriname ligt meer op de landen beneden Noord Afrika. Vele van deze landen komen over als bananenrepublieken. Wat bijvoorbeeld voor aanvang en ook tijdens het WK opviel, was de gierigheid. De meeste voetballers in de betreffende Afrikaanse landen hebben dure contracten bij Europese clubs. Gemiddeld zijn ze vele malen rijker dan de normale burger in hun land. Toch eisen ze bedragen als 76.000 euro per speler van de belastingbetaler als premie, voordat men voet zet op het vliegtuig naar Brazilië. Een ander team waaraan we ons veel willen afspiegelen, Ghana, wilde zelfs staken voor de cruciale wedstrijd om over te gaan. Iemand wordt naar Brazilië op zijn Afrikaans gecharterd met een koffer vol met 3 miljoen USD om ermee te strooien. Maar wat krijgt de belastingbetaler in return terug? Een wanprestatie van zo heb je me niet. Dus wel geld afpersen, maar niet presteren. De spelers van deze landen hebben in het geheel geen nationaal gevoel en geen binding met de burgers van hun land. Ze waren er puur voor zichzelf op het WK en hebben zich daarvoor ook laten betalen. Het grootste probleem van de betreffende Afrikaanse landen is dat ze hun verstand op nul zetten voordat ze gaan voetballen. De nadruk ligt dan de hele tijd op het accentueren van de eigen fysieke kracht en technische kwaliteit met de bal. Worden ze in een Europese club ingelijfd, dan volgen ze wel slaafs wat de trainer hen voorkauwt en dan mijden ze zelfs de rol van waterdrager in het team niet. Dat onder druk zetten van het eigen land zien wij terug op clubniveau in het Surinaamse voetbal, dat nu sterk veranderd is door de urbanisatie. Het afpersen van bestuursleden voor cruciale wedstrijden en toch wanpresteren is ook bij ons op clubniveau herkenbaar. Wat ook heel bekend overkomt, is het showen van ondergoed. De onprofessionele ‘zwarte’ Afrikaanse landen die hiervan een gewoonte maken zijn uitgeschakeld, de meer gedisciplineerde ploeg van Nigeria is wel over. Het is wel opvallend waarom de arbiters geen waarschuwingen hebben gegeven aan deze spelers. Wat ook opvalt, is de wijze waarop de spelers van de betreffende Afrikaanse landen voor eigen doelpunten alle credit namen door zich keihard op de borst te slaan. Spelers die de assist gaven werden niet bedankt, zoals bijvoorbeeld de overige landen uit andere contreien dat doen. Dat zien we ook steeds meer in onze Topsectie, vanwege het nu veranderde arsenaal dat zich aandient. Wat ook als een schande kan worden aangemerkt op het wereldtoneel is het vechten met eigen spelers, terwijl de wedstrijd gaande is (Kameroen). Zulke taferelen zijn ook hier in Suriname te zien bij bepaalde clubs. Daarvoor heeft men zich dus laten betalen. Een andere opmerkelijkheid is in de verdediging elkaar, zichtbaar met gebaren, de schuld in de schoenen proberen te schuiven van (bijna)doelpunten. En weer hier moeten we opmerken dat clubs met bepaalde teamsamenstellingen ook dit wangedrag dat niet hoort bij teamsport vertonen. Wereldbekende voetballers die zich in Europa koest houden, gaan ertoe over om verbaal en fysiek de technische staf aan te vallen. Een keer betreft het een wissel die gepleegd werd, waarmee de speler het niet eens was. Dit misnoegen is breed op alle continenten merkbaar, maar dat men daarbovenop nog overgaat om de trainer nog verbaal aan te pakken, gaat wel te ver. Op de bank was zichtbaar hoe de betreffende speler steeds bezig was om met een speler zijn misnoegen te uiten en zaken te bespreken, terwijl een wedstrijd gaande was waarvoor een team effort – ook van hem op de bank nu – verwacht werd. Het kwam neer op destabiliseren van de bank, een heel kwalijke zaak. Dat zien we ook veel in Suriname gebeuren, dat terwijl de trainer zich focust op de wedstrijd, sommige spelers aanstoken en de bank met reservespelers destabiliseren. Toppunt was ook het slaan van een official van de Ghanese selectie door een speler. Kameroen en Ghana zijn terecht uitgeschakeld en de spelers hebben door hun gedrag hun land soms niet goed uitgedragen en soms zelfs te schande gezet. Op clubniveau gebeurt in teams die zich hebben laten beïnvloeden door demografische stromingen in Suriname hetzelfde. Het frustreert clubbestuursleden – sommige betalen een tol voor de verwaarlozing van de lokale jeugd – en maakt de voetbalsport kapot. Wat het effect is op het functioneren en prestaties is mooi in het groot en duidelijk zichtbaar getoond tijdens het WK.