De mobiele telefoon is heel populair, het is een mode item geworden; voor veel mensen levert het een bijdrage aan hun macho imago. Jongeren “praten” liever met hun duimen dan met hun mond; velen van hen ondervinden financiële problemen door hun excessieve bel/sms/whatsapp gewoontes. Vooral tieners willen te allen tijde verbonden zijn met hun vrienden. Whatsappen is een vorm van zelfexpressie geworden waarin het detail niet altijd geschuwd wordt. De smartphone weet zelfs dingen waar de meeste anderen ( ouders/ partner) niet van op de hoogte zijn. Haast elke tiener wil interessant zijn en dus een hip mobieltje bezitten. Mobiele telefonie blijkt in al haar verschijningsvormen een dagelijkse behoefte te zijn voor jongeren; het speelt een belangrijke rol bij het aangaan, opbouwen, onderhouden en beëindigen van relaties en contacten. Tieners vinden het belangrijk om “verbonden” te zijn. Uit onderzoek blijkt dat ruim 85 % van de tieners zijn mobieltje altijd binnen handbereik heeft en bij 70 % staat het alleen uit als de batterij leeg is. De mobiele telefoon is een deel van hun leven geworden; als ze hun mobieltje niet bij zich hebben ( of als het uit is), voelen ze zich geïsoleerd en afgesneden van hun vrienden en kennissen. Afscheid nemen van de mobiele telefoon is dus heel erg emotioneel. Er is zelfs sprake van verslaving aan het mobieltje. Uit onderzoeken blijkt dat jongere mensen zo gehecht kunnen raken aan het gebruik van hun mobiele telefoon, dat ze dezelfde gedragingen vertonen als mensen die hun sigaretten niet kunnen missen. Veel gebruikers van mobiele telefoontjes krijgen zelfs last van afkick verschijnselen ( angst, paniek, nervositeit ) als ze hun toestel niet bij zich hebben. Ze blijken vooral verslaafd te zijn aan het in contact zijn met anderen. Ze gaan liever niet naar plaatsen waar er geen bereik is. Ook nemen veel jongeren hun mobieltje mee naar de badkamer of wc, omdat ze “bang” zijn een eventueel bericht te missen. Ook als ze met hun ouders op bezoek gaan naar een familie, dan zitten ze urenlang aan hun mobiele telefoon. Soms vergeten ze zelfs te eten en te drinken. Zonder het mobieltje voelt een groot deel van de tieners zich ellendig en eenzaam, compleet verloren en geïsoleerd.
Tieners controleren hun mobieltjes obsessief op nieuwe berichten, soms zelfs tijdens lessen in de klas. Veel studenten staan zelfs tijdens het leren of huiswerk maken in contact met hun vrienden. Zodra een bericht binnenkomt, stoppen ze even met het leren/huiswerk en gaan ze het lezen en beantwoorden. Vervolgens gaan ze met halve aandacht door met hun schoolwerk; ze verwachten een reactie van de andere kant, dus is hun aandacht deels op het mobieltje gericht en minder op het huiswerk. Op deze manier worden ze voortdurend afgeleid en zitten ze ongeconcentreerd achter hun boek. Ouders denken dat zij hard aan het studeren zijn, terwijl veel kinderen de schoolboeken als dekmantel gebruiken om te kunnen sms’en en whatsappen. Dagelijks urenlang met een smartphone zitten bellen/appen/sms’en wordt door de meeste ouders niet getolereerd, dus gebruiken veel kinderen deze slimme manier ( bellen/sms’en tijdens studie/huiswerk ) om toch verbonden te zijn met hun vrienden. Op die manier houden zulke kinderen zichzelf en hun ouders voor de gek, want de concentratie tijdens het zogenaamd studeren is meer gericht op het mobieltje dan op de studie. Het moet deze ouders en hun kinderen dan ook niet verbazen dat de schoolprestaties laag zijn. Uiteraard kunnen er ook andere factoren zijn voor slechte schoolprestaties, maar de negatieve invloed van de smartphone mag niet onderschat worden. Het verlangen ernaar is zodanig dat alle gedachten draaien om het gebruik ervan, ook tijdens het studeren. In denken en doen is men te vaak ermee bezig. Men krijgt het gevoel het mobieltje voortdurend nodig te hebben. Van mobiele telefonie verslaving is moeilijk af te komen, want het toestel kan altijd en overal met je mee en je hebt direct wat je wilt: een gesprek/sms/app.
Wat kunnen ouders doen zodat hun kinderen met volle aandacht achter hun schoolwerk zitten en niet afgeleid worden door hun mobieltje? Ouders zouden erop moeten toezien dat hun kinderen geen mobiele telefoon bij zich hebben tijdens hun schoolwerk. Ze moeten ook weten dat een mulo en middelbare scholier dagelijks 4 tot 6 uren moet besteden aan het huiswerk ( leren en schrijfhuiswerk ). Gedurende deze tijd zou het toestel, uitgeschakeld op een voor de ouders zichtbare plaats zijn opgeborgen. Gedurende de hele week, dus ook in het weekend, zouden ouders deze harde afspraak met hun de kinderen moeten maken. Anderzijds zouden de kinderen tegen hun vrienden en kennissen moeten zeggen gedurende welke periode zij niet bereikbaar zijn. Daarmee wordt voorkomen dat kinderen de neiging krijgen om naar hun mobiele telefoon te grijpen.
Het gebruik van mobiele telefonie krijgt een steeds grotere rol in het dagelijkse leven. De hele maatschappij is zodanig ingericht dat je er niet meer zonder kan. Hoewel mobiele telefonie tot verslaving kan leiden, biedt het velen de mogelijkheid tot het aangaan van meer en betere sociale banden: we kunnen altijd en bijna overal bellen en sms’en.
Wordt de mobiele telefoon bezit van ons allen of worden wij “bezit” er van? Wat het ook mag wezen, deskundigen raden ouders aan kinderen pas vanaf hun zestiende jaar een mobieltje te geven. Obsessief gebruik van het mobieltje kan de geestelijke ontwikkeling negatief beïnvloeden en de studieprestatie omlaag drukken. De meeste scholen hanteren strenge regels voor het gebruik van de mobiele telefoon in de klas. En toch komt het regelmatig voor dat studenten zich eraan zondigen. Ouders en scholen moeten goede afspraken maken met scholieren om hun te behoeden van de negatieve invloeden van mobiele telefonie op schoolprestaties. Ook zou er door het ministerie van onderwijs regelmatig voorlichting gegeven moeten worden aan ouders en leerlingen over verantwoord gebruik van de mobiele telefoon door de schooljeugd. Dat zal leiden tot verbetering van studieresultaten van veel jonge scholieren.
Jack Mohanlal ([email protected])