Het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) dankt zijn ontstaan aan de viering van 100 jaar Staten van Suriname (1966). De toenmalige regering wilde voor Suriname als cadeau een universiteit oprichten, die meteen een universitaire lerarenopleiding zou hebben. De uitvoering liep niet volgens het oorspronkelijke plan, want er kwam toch een apart instituut, het Didactisch Instituut, in 1969 IOL genoemd, dat toen alleen avondopleidingen voor de MO A-akte verzorgde. In 1971 werd IOL bij ministeriële beschikking ingesteld en leidt op voor MO A- en MO B-akten, LO-akten worden nauwelijks meer uitgereikt. Na op verschillende locaties gehuisvest te zijn, kreeg het instituut, vooral dankzij de inspanningen van ir. Frank Essed zijn eigen gebouw op het universiteitscomplex.
Als instituut heeft het IOL ervoor gezorgd dat het meer dan 45 jaar bijkans alle docenten bij het middelbaar en hoger onderwijs in Suriname heeft opgeleid, zodat er geen leraren uit het buitenland hoefden te worden aangetrokken. Het instituut biedt 19 opleidingen aan voor de vakken die in het voortgezet onderwijs worden onderwezen. Ook in Nickerie worden opleidingen verzorgd.
Het IOL laat zich erop voorstaan dat het een internationaal geaccrediteerd zelfstandig opleidingsinstituut wil zijn dat de trend zet op het gebied van lerarenopleiding, onderwijsvernieuwing en nascholing. Toch heeft het instituut dat al jaren een Bureau voor Kwaliteitszorg heeft, weinig gedaan om daadwerkelijk tot accreditatie te komen. Veel nieuwe initiatieven zijn in de loop der jaren genomen, maar vele structurele problemen zijn gebleven, zoals een gebrek aan transparantie, een slecht financieel beheer en studenten die regelmatig klachten deponeren bij het Minov. Na rijp beraad werd besloten een grondige evaluatie te maken van het reilen en zeilen op het IOL, waaruit voortkwam dat een nieuwe Raad van Toezicht (RvT) werd benoemd en een directeur werd aangesteld, die meteen zouden werken aan een gezonde, dus transparante structuur van het IOL. Het beleid van het ministerie is er op gericht veel meer geslaagden te hebben dan nu, zodat het aantal bevoegde leerkrachten voor het onderwijs verhoogd wordt.
Per 1 mei 2014 bestaat de RvT uit de volgende personen: dr. Lila Gobardhan-Rambocus (voorzitter), Frank van Dijk ( plaatsvervangend voorzitter ) en mr. Nadia van Dijk-Plet (secretaris). Uit de sollicitatieprocedure is drs. Milton Top als beste kandidaat naar voren gekomen en op advies van de speciaal daarvoor ingestelde sollicitatiecommissie benoemd. Top zal per 1 juli 2014 de functie van directeur bekleden. Zowel de heer Top als de leden van de RvT kunnen bogen op een brede onderwijservaring en kennis van het onderwijs. Lila Gobardhan en Frank van Dijk hebben jaren hun krachten gegeven aan het IOL en kennen de organisatie van binnenuit. Nadia van Dijk is werkzaam geweest op het Minov en de Anton de Kom universiteit. Milton Top was onder meer werkzaam bij zowel de Inspectie Voj als bij Inspectie Vos. Het ministerie gaat er dan ook van uit dat een gezamenlijke aanpak van dit team vruchten zal afwerpen. De Raad van Toezicht heeft specifieke bevoegdheden gekregen, zoals het zorg dragen voor de kwaliteit van opleidingen en voor een duidelijk professionaliseringstraject voor docenten, verbonden aan verschillende opleidingen van het IOL. Praktische efficiëntie en het adequaat besteden van financiële middelen genieten de hoogste prioriteit bij minister Adhin.
Directeur en raad zullen in nauw overleg met elkaar zijn, omdat de directeur van Onderwijs namens de minister bij de installatie van de Raad op 17 april 2014 op schrift een 25 punten tellend takenpakket heeft overhandigd. De IOL-gemeenschap heeft kort daarna een afschrift van dit schrijven per mail ontvangen, zodat zij samen met de leiding kan werken aan kwaliteitsverbetering om zodoende de nieuwe wegen, waarop het IOL zich zal begeven van hobbels vrij te houden.