Het spin-offeffect dat de multinational Alcoa/Suralco sorteert binnen de samenleving moet beslist niet over het hoofd gezien worden, zegt BEP-parlementariër Ronny Asabina. Hij maakt ook deel uit van de parlementaire commissie die zich over deze kwestie buigt. De BEP-topper wijst erop dat bedoelde multinational mondiaal een gezonde reputatie heeft. Volgens de jaarverslagen van Suralco boekt zij al jaren verlies en is ze niet in staat om zichzelf te bedruipen, tenzij de Staat Surinam haar van goedkope energie voorziet en een koolcentrale voor hen opzet.
Volgens Asabina is het van belang dat de multinational alle cijfermateriaal presenteert vooral gelet op het feit dat niet alle inkomsten zijn gepresenteerd. ‘Pas dan kan een goed beeld gegeven worden in welke mate het bedrijf al de jaren verlies heeft geleden. Vanwege het verlieslatend effect voor het bedrijf is er al jaren geen inkomstenbelasting betaald’, geeft Asabina desgevraagd mee. Maar hij voegt eraan toe dat het belastingaspect niet zo eng benaderd en bekeken moet worden, gelet op de financiële malaise waarin het bedrijf zich momenteel bevindt. Andere vormen van belasting worden wel voldaan, namelijk loonbelasting van de arbeiders.
Volgens de politicus is het van belang dat er een dusdanig besluit wordt genomen waarbij het Surinaams belang niet miskend wordt. Ook is het zaak dat de Brokopondo-overeenkomst wordt herzien. Deze kwestie behoeft een rustige bespreking waarbij aan alle partijen voldoende ruimte wordt geboden om hun argumenten valide mogelijk te laten klinken. Asabina memoreert ook dat Suriname gedurende de afgelopen jaren te vaak water bij de wijn heeft gedaan gedurende de besprekingen. De volksvertegenwoordiger zegt met klem dat de emoties nimmer de boventoon mogen voeren boven de realiteit. ‘Anders zitten wij met de gebakken peren.’
Ook zijn er teveel onduidelijkheden die rechtgetrokken dienen te worden. Zo mag niemand beheersdaden uitoefenen op het Brokopondo-stuwmeer zonder toestemming van de Suralco. Maar ondertussen krioelt het stuwmeer van de skalians. In het parlement is dit vraagstuk keer op keer onder de aandacht van de regering gebracht. Nimmer is hierover duidelijkheid verschaft door de regering.
Asabina kan het zich ook niet indenken dat er vanaf de tachtiger jaren aan mijnbouwontginning wordt gedaan en er nog steeds geen mijnbouwwet is. De regering heeft al de jaren verzuimd om een mijnbouwwet te concipiëren en dit ter behandeling en voor eventuele aanname door te geleiden naar De Nationale Assemblee. Indien de mijnbouwwet er zou zijn, zou deze de paraplufunctie vervullen voor de in nood verkerende Suralco.
Asha Gajadien-Bhagwat