De 54-jarige Nederlandse verdachte Wilhelmus van L. moest zich gisteren voor kantonrechter Marie Mettendaf verantwoorden ter zake overtreding van de wet verdovende middelen. Hij is op 5 april door het BID-Team van de politie aangehouden op de Johan Adolf Pengel Luchthaven te Zanderij, nadat cocaïne in zijn reisbagage werd aangetroffen. In de zogenaamde dubbele bodem van zijn reiskoffer zijn twee pakketten cocaïne in pastavorm ontdekt. Het verderfelijke spul had een totaal bruto gewicht van 2.779 gram. De verdachte gaf in de rechtszaal te kennen dat hij voor primair zakelijke redenen naar Suriname was afgereisd, omdat hij in de loop van dit jaar een firma hier wil opzetten. Hij logeerde op een appartementencomplex te Bungalowpark, waarbij hij dagelijks bezoek van derden en vrienden kreeg. Het zou volgens hem mogelijk zijn dat iemand anders het verderfelijke spul in zijn reiskoffer had geplaatst. De reiskoffer had hij in Nederland gekocht. De verdachte bleef erbij dat hij niets wist over de drugs. Volgens de magistraat zou de verdachte moeten weten dat het bezitten van drugs overal ter wereld strafbaar is. Feit is dat het verderfelijk spul in zijn koffer is gevonden. Bovendien zou het volgens openbare aanklager Reshmi Rathipal niet logisch zijn dat de verstrekker zomaar zoveel drugs in een reiskoffer van een onbekende stopt, terwijl het een behoorlijke waarde heeft. Op 26 juni komt het OM met een strafvoorstel.