De parlementaire commissie onder leiding van Ronny Brunswijk heeft de afgelopen week gesprekken gevoerd met diverse maatschappelijke groepen wat betreft de kwestie Suralco. Carl Breeveld, één van de commissieleden, geeft in gesprek met Dagblad Suriname aan dat hij de gevoerde gesprekken over het algemeen als positief heeft ervaren, maar ook tegelijkertijd als een uitdaging. ‘Van de personen die worden uitgenodigd, wordt verwacht dat ze hun inbreng hebben van hoe ze tegen de zaak aankijken niet alleen, maar ook hoe ze een bijdrage kunnen leveren in deze hele kwestie. Ik denk dat het heel zinvol is geweest”, benadrukt Breeveld. Echter geeft hij ook mee dat sommige van de mensen met een vertekend beeld zijn geweest naar de gesprekken, omdat zij hadden verwacht dat de commissie hen van meer informatie zou voorzien hetgeen geenszins het geval is. “Wij weten niet veel meer dan de mensen en de mensen weten niet veel meer dan wij. We moeten het doen met de informatie die de president ons heeft gegeven en de brief die is gekomen van Alcoa.” Hij geeft verder aan dat er goede gedachtewisselingen geweest zijn en de mensen hebben ook heel duidelijk laten zien dat ze zich betrokken voelen en dat ze ook deel willen uitmaken van het draagvlak om tot een goede oplossing van deze materie te komen. Onder andere zijn functionarissen van het bauxietinstituut, ATM en de sturingsgroep van de president gehoord.
De sturingsgroep van de president bestaat uit de governor van de Centrale Bank van Suriname, Gillmore Hoefdraad, Dilip Sardjoe en de directeur van Staatsolie Marc Waaldijck. Breeveld geeft verder aan dat deze commissie aangevuld zal worden met vicepresident Robert Ameerali. Zij hebben gisteren overleg gehad met president Desi Bouterse. Op de vraag of hij ervan op de hoogte is dat de commissie van de president meer tijd nodig heeft om uitsluitsel te geven in deze kwestie, geeft Breeveld aan dat hij daarvan niet op de hoogte is. Hij kan zich wel voorstellen dat men niet met allerlei dwangmaatregelen dit soort zaken kan aanpakken. “Het gaat hier om hele grote belangen en een groot bedrag in de miljoenen. Het is niet ‘kom even om de tafel zitten’ en bovendien is het ook ongepast”, benadrukt Breeveld. In dit geval wordt gesproken van een multinational tegenover de Staat Suriname, twee grote entiteiten die wel degelijk verschillen van elkaar als gekeken wordt naar hun taakstellingen en verantwoordelijkheden. “Ik vind niet dat de multinational op zo een manier kan omgaan met de zaak.”
Volgens Breeveld zal de commissie op een verstandige manier moeten aangeven wanneer Suriname zover is om uitsluitsel te geven. Het is naar zijn mening niet billijk als het bedrijf al jaren heeft staan kauwen aan deze zaak en van Suriname verwacht dat men binnen de kortste keren komt met een oplossing. “We hebben ook tijd nodig om met een gepaste oplossing te komen.” De commissie gaat voor honderd procent behoud van de sector. De hamvraag in deze is hoe dat moet. Op de vraag wat er verder gedaan zal worden, geeft Breeveld aan dat de commissie eerst bijeen zal komen. Dan zullen de verder te nemen stappen besproken worden. Hij benadrukt dat de commissie ook buiten de openbare DNA-vergaderingen om gesprekken kan voeren met de regering om te praten over de kwestie.
Genaro Alpin