Volgens internationale berichten zou Suralco van plan zijn om een mijn aan te leggen in het achterland van Suriname. Dat heeft een milieulampje doen branden in het groene land Suriname. Internationaal is voor milieuvolgers een verontrustend bericht gelanceerd als het gaat om de perspectieven. Gevraagd wordt of een mijn een van de meest groene landen ter wereld zal verpesten. Het gaat om een discrepantie tussen wat eerst beloofd was en wet men nu wil doen. Suriname is trouwens een land waar beloftes worden verbroken, dus deze is er een nog bij. Waar de Alcoa eens een park wilde instellen, wil de multinational nu zoeken naar erts. Recent is een jonge bezoeker van een van de zwemoorden in Suriname aangevallen door een pireng. Gesteld wordt dat deze pirengs (die headlines haalde) Suriname niet in gevaar brengen maar de milieuvervuiling wel. Deze geniet minder aandacht. De Amerikaanse maatschappij Alcoa en dochteronderneming Suralco worden in een artikel aangeduid als erger en gevaarlijker dan de pirengs. Suralco levert een bijdrage aan de belastingen en de werkgelegenheid. Suriname wordt als opmerkelijk aangemerkt omdat het ons land lukte om nagenoeg onontwikkeld/onontgonnen te blijven. Voor 85 % zou ons land met bos zijn bedekt, waardoor het een van de groenste landen ter wereld is. Daardoor is het land interessant voor milieuorganisaties als Conservation International. Deze laatste organisatie heeft al een aantal expedities ondernomen naar Suriname. Circa 10 jaar geleden werd zo een expeditie ondernomen in samenwerking met Suralco. Bij deze expeditie werd een survey gehouden van het wildleven dat voorkomt op o.a. het Nassaugebergte in het zuidoosten van het land. Bij die expeditie werden heel interessante diersoorten ontdekt, waarvan sommige alleen in Suriname voorkomen in de Paramaccakreek. Tijdens die expeditie werd ook de paarse kikker ontdekt, waarvan de foto als een virus op internet ging. De expeditie van Conservation en Suralco resulteerde in een rapport, waarin o.a. werd aanbevolen dat op of rondom het Nassaugebergte een natuurpark moest worden aangelegd om de unieke vissoorten in de Paramaccakreek te behouden en beschermen. Suralco geeft in het rapport aan dat het bedrijf het concept van bescherming van het conserveren van de biodiversiteit ondersteunt. Daarbij zou de Suralco een bijdrage leveren door zodanig activiteiten uit te voeren dat het leefmilieu van de soorten en de biologische bronnen geen schade ondervinden. De Suralco zou bij monde van zijn general manager bij de persconferentie over de expeditieresultaten zover zijn gegaan door te stellen dat het bauxiet in het Nassaugebergte maar liever kan blijven waar het is. Expeditieleden schrijven en volgen de situatie in Suriname, met name de houding van een multinational die uit zichzelf en vanuit de rijkelandenorganisatie OECD gebonden is aan een aantal in de ‘corporate business’ geaccepteerde normen van corporate social reponibility (maatschappelijk verantwoord ondernemen). Wat nu bij milieuschrijvers opvalt, is dat de Suralco sinds haar commitment aan de biodiversiteit van het Nassaugebergte, niet veel gedaan heeft om met haar vingers af te blijven van de bronnen ter plekke. Integendeel is men voortgegaan om haar interesse in het mijnen van het ‘Nassau Plateau’ kenbaar te maken en recent dus weer. De Alcoa-director ‘corporate affairs’ zou hebben bevestigd dat het bedrijf bezig is met een haalbaarheidsstudie om een mijn tot stand te brengen in het Nassau Plateau. Bronnen zouden hebben beweerd dat het bedrijf met milieuconsultants een plan van aanpak heeft ontwikkeld om gevoelige plekken in het gebied ongemoeid te laten en schade minimaal te houden. De kritiek die er nu is, is dat het gebied op zich te klein is om daarin onaangetaste gebieden te creëren. Bovendien stelt men terecht dat het verlies van bos en het graven van bauxiet de waterhuishouding van het gebied zal vernietigen, waardoor de kans ook groot is dat uitgerekend de Paramaccakreek zal uitdrogen. Het gevolg zal zijn het uitsterven van de uitzonderlijke vis- en kikkersoorten, die alleen in Suriname voorkomen. Terecht stelt men dat de pirengs zorgen voor goede headlines, maar er zijn belangrijkere bedreigingen voor ons milieu. De milieuactivisten stellen dat de vraag naar blik en aluminium foil nu veel sterker blijken dan de schade die op handen zijn in het Nassaugebergte. Zij zien als enige oplossing het zetten van druk in Amerika op de Alcoa en op de Amerikaanse consumenten. Die moeten gewezen worden op het effect van hun consumptiegedrag op het milieu. De aanbevelingen van de expeditie van Conservation International en Suralco zijn nooit verder opgepakt door de overheid. Er is geen aanvang gemaakt met het aanleggen van een natuurpark. Het is opvallend in ons land dat bij de civil society er nagenoeg geen besef bestaat over de corporate social responsibility regels aangaande het milieu, waaraan grote organisaties als de Alcoa zich hebben gebonden. Er bestaat ook weinig besef over de csr-regels waaraan multinationals uit de Westerse landen gebonden zijn vanwege hun nationaliteit. De milieulobby is heel zwak in Suriname en dat ligt over het algemeen aan de zwakte van de civil society vanwege een enorm capaciteitsgebrek. De politieke partijen slokken alle potentieel mondige burgers op en maken hen monddood. De betrokken Surinaamse kaderleden zijn niet geloofwaardig vanwege belangenverstrengeling. Vanwege een geringe scholing is voor een belangrijk deel van de bevolking het concept van biodiversiteit niet te begrijpen. Dat komt mede omdat de weinige milieuorganisaties en afdelingen die in de media treden, hun communicatie volstoppen met moeilijke Engelse uitdrukkingen en namen en vakjargon. Men maakt de burgerij, die al met een capaciteitsgebrek kampt, het nog moeilijk met de Engelse termen. In elk geval is duidelijk dat het buitenlanders opvalt dat de betreffende multinational nu woordbreuk pleegt. Ons zou het niet zo gemakkelijk opvallen.