Volgens Ruth Wijdenbosch kan en mag de minister niet eisen dat er een tweede antecedentenonderzoek toegepast wordt op rechters in opleiding. Volgens de vastgestelde regels en procedures van de door het ministerie van Justitie en Politie ingestelde Raio-commissie, worden sollicitanten voor de opleiding tot rechter onderworpen aan een antecedenten- en milieuonderzoek. Dit geschiedt voor de opleiding begint, waarna de geselecteerden toegelaten worden tot een intensieve en in jaren toch wel lange opleiding. De minister van Justitie en Politie, Edward Belfort, is niet gerechtigd en mist derhalve elke bevoegdheid om nu, gaande de opleiding te eisen dat de in opleiding zijnde rechters opnieuw onderworpen worden aan een antecedentenonderzoek. De opmerking dat hij “het kaf van de koren” zal scheiden, is niet alleen beledigend naar de geselecteerden toe, maar riekt bovendien naar willekeur. De minister zal in het openbaar moeten verklaren en niet in comité generaal wat voor hem aanleiding is geweest tot deze vergaande uitspraak. Het vermoeden bestaat, en dit is door diverse bij deze materie betrokken deskundigen geuit, dat de minister uit is op rancune tegen slechts één persoon in opleiding. Juist van een minister van Justitie en Politie, die nauw betrokken is bij het garanderen van recht en wet en de toepassing van regels de rechtstaat en democratie regarderende, wordt verwacht dat hij de regels van transparantie en behoorlijk bestuur niet alleen kent, maar ook respecteert en consequent toepast zonder aanzien des persoon. Indien hij persisteert in deze verkeerde stelling geponeerd in de DNA, wacht hem niet alleen het zoveelste conflict, doch kan dit ook eindigen in het zoveelste rechtsproces zijn ministerie rakende.