De verslagen die geschreven zijn voor het ministerie van OW betreffende de bouw van het hoofdbureau van politie heeft duidelijke kanttekeningen, die niet spreken in het voordeel van de instanties die betrokken waren met de conceptie- en de uitvoeringsfase. Deze bestrijken twee regeerperioden onder verschillende signatuur. De evaluatie van de bouw voltrekt zich langs twee studies namelijk die van OW (Bouwkundige Werken en Dienstverlening) en Tjong Ayong Architects. Het eerste rapport kijkt naar de constructie. Aanleiding was het ontbreken van dagstaten, constructierapporten, volledige werktekeningen, grondgegevens en kwaliteitscertificaten. Het OW-onderzoek concludeert dat de constructieve detailtekeningen veel fouten vertonen en ook een verkeerd gebruikmaken van technisch jargon. De vloerconstructie is verkeerd uitgevoerd met gevaar voor instorting. De balken voldoen niet aan de normen, met het gevolg dat de veiligheid en duurzaamheid niet gewaarborgd zijn. De maatvoering van de kolommen zijn niet overal correct. Ook is de uitvoering zodanig dat het niet voldoet aan de normen, met het gevolg dat de veiligheid en duurzaamheid niet gewaarborgd zijn. De stabiliteit van de metselwanden is niet gegarandeerd, doordat ze niet zijn verankerd aan de vloeren en kolommen, dus er bestaat instortingsgevaar. De wapening en de dekking in de balk wijken totaal af van de werktekening, dus de uitvoerder van het werk heeft niet conform de werktekening gewerkt. Er is minder ijzer gebruikt, waardoor de balk niet in staat is om de belastingen te dragen waarop het is berekend. De bovenstaande zaken duiden in combinatie met gebrekkige uitvoering op corruptie. De afmetingen van de huidige kolommen voldoen niet. Tjong Ayong Architects keek meer naar het proces van de uitvoering van het werk. Overigens moet hier opgemerkt worden dat de conclusies duidelijker geformuleerd hadden kunnen worden. Geconcludeerd wordt dat op nonchalante wijze met de financiële middelen is omgegaan. Ook zou het fout liggen met de controle op de uitvoering en de vastlegging van de uitgevoerde werken en de voortgang van de werkzaamheden. Openbare Werken en Justitie en Politie zouden hebben gefaald in het uitvoeren van de hen toebedeelde taken. Justitie en Politie zou zelfs zelfstandig hebben bemoeid met de uitvoering van de bouw, hetgeen niet mag, waardoor hem een aantal zaken kan worden verweten. De onderzoeker hekelt het bedanken van de architect, terwijl men met dialoog het probleem had kunnen oplossen. Een tweede architect zou het werk moeten klaren binnen een te kort tijdsbestek. Het werk is tegen het gunningsadvies gegund aan een aannemer. Ook hier denken wij aan ontoelaatbare praktijken en corruptie. Vooral als we zien dat de overeenkomst met de aannemer is gesloten zonder voldoende tekeningen en berekeningen en dus ook zonder een goede begroting. De tekeningen zijn niet nagekeken en gecontroleerd, er was geen bouwvergunning opgemaakt. Verder is aan de aannemer opdracht gegeven om met het werk te beginnen, zonder tekeningen, zonder toezicht en zonder de directie te benoemen om het werk te begeleiden. Wat verder duidt op corruptie is de gevolgtrekking dat er onvoldoende controle werd uitgevoerd en geen projectadministratie bijgehouden. Nadat het werk al maanden aan de gang was, werd de architect benoemd tot directievoerder en belast met het toezicht op de uitvoering van de bouw. Toen de architect als adviseur en vertegenwoordiger van de vertegenwoordiger wilde optreden en de aannemer probeerde te corrigeren (o.a. bij het indienen van de te hoge declaraties van het meerwerk, en eigenmachtig aangebrachte wijzigingen), koos de opdrachtgever de zijde van de aannemer in het conflict en gaat hierin zelfs zover dat de architect de toegang tot het bouwterrein wordt ontzegd en de overeenkomst met de architect eenzijdig wordt beëindigd in mei 2010. Ook hier zijn wij dus weer tekenen die duiden op bevoordeling. De onderzoeker concludeert dus dat vanaf die datum de aannemer vrij was om eigenmachtig en zonder controle te handelen. Wat de zaak verder twijfelachtig maakt, is de constatering dat betalingen werden verricht op onjuiste gronden door declaraties goed te keuren zonder deze te controleren. De aannemer werd betaald zonder dat voor de gedeclareerde onderdelen geld beschikbaar was in de begroting. Er was immers geen geld gereserveerd voor onbenoemde ‘meerwerken’. De onderzoeker ontdekte dat het geld op was in 2013 en de meerwerken van de aannemer niet meer betaald konden worden. Tjong Ayong concludeert dat vanaf medio 2008 tot december 2013 niet op enige wijze is ingegrepen, terwijl er miljoenen verspild zijn aan twee architectenbureaus en een aannemer. Dus het gaat om enkele jaren Nieuw Front en enkele jaren NDP. Overigens mag worden geconcludeerd dat de bouw van het hoofdbureau van politie (tot het bouwsel dat het nu is), een typisch Surinaams project is geweest, niet ontdaan van de effecten van de lasten die Surinaamse bestuurders en ondernemers met zich meedragen. De verleidingen zijn groot en als het geld eenmaal uitgegeven wordt, waarom dan niet aan de lieve mensen dichtbij huis. Er zijn ettelijke zaken van bevooroordeelde uitgaven, onrechtmatige verrijking en corruptie bekend bij zowel de oppositie als de coalitie. De gevallen worden als stok achter de deur gehouden. Strategisch worden ze beetje bij beetje, maar heus niet alles, los gelaten, soms om een aanval op zichzelf te pareren, soms om een aanval die kan komen vroegtijdig te verijdelen en soms omdat de verkiezingen naderen. De schandalen die aangehaald worden in de publieke ruimte zijn onderdeel van een politiek spel. Het moge duidelijk zijn dat nu, meer dan ooit, aan beide kanten van het politieke spectrum bloed kleeft aan de handen. Een middenblok kan met een sterke campagne daar flink voordeel van halen, maar het vereist wel agressieve ‘campaigners’ die op het podium zich op zijn Surinaams laten kennen. Indien sprake is van verkwisting, corruptie en voortrekkerij, dan is dat af te keuren.