Na 39 jaren van politieke zelfstandigheid merken wij nog steeds dat de kwaliteit van ons onderwijs met de dag slechter wordt, ondanks de grote investeringen die in deze sector worden gepleegd. In dit artikel zal ik mij vooral concentreren op het ministerie van Onderwijs & Volksontwikkeling. Het ministerie van Onderwijs & Volksontwikkeling zal wederom onder de loep worden genomen. Dit grootste ministerie is verantwoordelijk voor de vorming van de Surinaamse mens. In de diepe koloniale periode had men ingezien dat onderwijs de basis vormt voor de ontwikkeling van een land. Reeds in 1876 had gouverneur Cornelis van Sypesteyn (1973-1882) de leerplicht in Suriname ingevoerd. In 1887 werd de Hendrikschool (mulo) opgericht. Met een mulodiploma kon men toen, na een selectie, tot de Geneeskundige School toegelaten worden. Vandaag de dag zijn er overal in Suriname muloscholen, wij hebben diverse middelbare scholen, wij hebben de universiteit, wij hebben het IOL en andere opleidingen. De opeenvolgende regeringen hebben, vanaf de koloniale periode, hun best gedaan om het onderwijs op een hoger niveau te brengen. Onze studenten die de middelbare scholen in Suriname hadden afgerond, konden met gemak hun universitaire opleiding in het buitenland voortzetten.
Het is van groot belang om de geschiedenis in te duiken en van daaruit een greep te doen welke deskundigen wij de afgelopen jaren als ministers van Onderwijs en Volksontwikkeling gehad hebben en welke stempels zij gedrukt hebben op het Surinaamse onderwijs. Het is hierbij niet mijn bedoeling om alle namen op een rij te plaatsen. Wij denken onder andere aan: A. M. Lichtveld, W. Juglall, dr. L. Rens, A.A.R. Cameron, A.J. Morpurgo, E.P. Meyer, drs. Ch.H. Eersel, dr. K. Nannan Panday, mr.dr.drs. J. Adhin, prof.mr.dr. F. Mitrasing, drs. R. Venetiaan, drs. G. Sankatsingh en drs. A. Li Fo Sjoe. Deze klinkende namen spreken voor zich en zij spreken alle boekdelen. Zo kunnen wij deze rij verder aanvullen. De politieke partijen hebben altijd gezorgd voor de invulling van deze post, maar zij hebben ook gekeken naar de kwaliteit van de persoon.
In augustus 2010 nam de Megacombinatie het politieke roer in Suriname over. De regering Bouterse/Ameerali heeft een heel goede start gemaakt. De jonge dynamische jurist, de heer mr. Raymond Sapoen, werd de nieuwe minister van Onderwijs en Volksontwikkeling. Tijdens het ministerschap van mr. R. Sapoen was zijn deur altijd open voor zowel coalitie- als oppositiegenoten. Onderwijs kreeg toen ook een nieuwe directeur in de persoon van de drs. Soentik. In het nieuwe Surinaamse geschiedenisboek werd toen een foto opgenomen waar mensen in Nederland geprotesteerd hebben over de gebeurtenissen van 8 december 1982. De onverdraagzame president van de Republiek Suriname werd zo boos over die foto die in dat boek opgenomen was, dat hij de directeur van onderwijs naar huis heeft gestuurd. Als docent geschiedenis heb ik een groot aantal boeken over de Tweede Wereldoorlog in mijn boekenkast. In het geschiedenisboek “De Tweede Wereldoorlog; een nieuwe visie op de historische feiten” van dr. A.J.P.Taylor (ISBN 9020432508), welke in 1975 op de markt is gekomen, zien wij op verschillende pagina’s concentratiekampen waar Joden opgesloten waren door de Duitsers. Dit geschiedenisboek is in verschillende talen verschenen. Historische feiten kunnen wij niet verdoezelen. Wij moeten met deze feiten (gebeurtenissen) leren leven en hopen dat deze zaken zich niet meer herhalen in een beschaafde samenleving. Uiteindelijk moest ook de kundige minister mr. R. Sapoen van Onderwijs en Volksontwikkeling vertrekken. De tweede minister, mevrouw Sh. Sitaldien, nam het roer op onderwijs over. Ook deze mevrouw heeft het veld moeten ruimen. De derde minister, in de persoon van de zeer beschaafde ir. A. Adhin werd op de hoge stoel van onderwijs geplaatst. Een jongeman met veel kennis, maar met weinig ervaring krijgt er aardig wat problemen. De naschoolse opvang vergt veel energie van deze minister, terwijl de mensen die de naschoolse opvang gecreëerd hebben, nauwelijks meer in beeld komen. De taak van de minister is om beleid te ontwikkelen, het onderwijsniveau op hoger peil te brengen, de rekenmethode aan te passen en zich niet elke dag met de naschoolse opvang bezig te houden.
In de afgelopen vier jaren hebben wij geen noemenswaardige verandering op het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling gezien. De middagscholen blijven voortbestaan, de klassen puilen uit, de slagingspercentages blijven dalen op alle niveaus, maar vooral op het havo-niveau, de fysieke omstandigheden van de lokalen zijn niet beter geworden, de kwaliteit van het onderwijs op alle niveaus laat veel te wensen over, de vernieuwing van het kweekschoolonderwijs is in de diepvries beland, de studenten van het IOL krijgen een bachelor pakket, maar als zij afstuderen krijgen zij een MO-A diploma, het LBGO moet geëvalueerd worden, het inspectieapparaat is pover bemand en zo kunnen wij deze rij aanvullen. De nieuwe regering die na 25 mei 2015 het politieke roer overneemt, moet zeer zeker een ter zake deskundige op dit ministerie plaatsen om het onderwijs op hoger niveau te trekken. Als men mij zou vragen wie de nieuwe minister van onderwijs moet worden na 25 mei 2015 dan zeg ik in een adem, de heer prof. H. Ori. Op dit ministerie is het een noodzaak dat er topdeskundigen belast worden met de leiding, geen enkel ander foefje gaat ons voordeel opleveren. Het gaat om de toekomst van onze kinderen.
Wat wij nu vaak zien, is dat buitenlanders continu scholen oprichten in Suriname. Deze buitenlanders hebben een gat in de markt ontdekt vanwege de zwakte van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Kapitaalkrachtige Surinamers zijn bereid veel schoolgeld te betalen waardoor hun kinderen gemakkelijker aansluiting kunnen vinden in het buitenland voor vervolgonderwijs. Uit de pers hebben wij ook vernomen dat er onderwijsvernieuwingen op komst zijn. Wij verzoeken de leiding van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling zeer behoedzaam te werk te gaan met vernieuwingen op onderwijsgebied. Consultants staan ook nu weer op de loer om hun ‘njang’ te maken, zij kopiëren mooie rapporten en daarmee kunnen zij bommen geld opstrijken. U weet toch allemaal wat er met het rekenonderwijs op de basisschool gebeurd is in de jaren ’80?
Hardeo Ramadhin