“Er zijn mensen toegelaten op de rechtersopleiding (Raio) vanwege het feit dat zij de vrouw zijn van iemand. De persoon is van Guyanese komaf.” Woorden van het DNA-lid Rashied Doekhie gisteren in de DNA, tijdens de beantwoording van de vragen door het ministerie van Justitie en Politie. “Wat is het verleden van deze persoon?”, vraagt Doekhie zich af. Hij stelde onomwonden dat er misbruik gemaakt is door het Nieuw Front om deze persoon, die de levenspartner is van de toenmalige minister van Justitie en Politie, te accommoderen. Hiermede heeft Doekhie de integriteit en objectiviteit van de Raad voor de Selectie, Opleiding en Begeleiding Rechterlijke Macht ter discussie gesteld. Deze beschuldiging is overigens niet nieuw. Doekhie had deze mening ook geventileerd toen zijn dochter Chantal Doekhie werd afgewezen voor de Raio-opleiding.
Slaapt Bouterse thuis bij je vader?
Ook Chantal Doekhie gaf in diverse media een uitgebreid verslag van de handelingen van de Raad. Zij gaf te kennen dat zij op een sollicitatie uit de krant had gereageerd en dat zij aan de wettelijke eisen voldeed. “Ik werd opgeroepen door de Raad voor de Selectie, Opleiding en Begeleiding Rechterlijke Macht. Aan tafel zaten de procureur-generaal, de waarnemend president van het Hof, een hoofdofficier van Justitie, alsook andere deskundigen. Het was geen onaangenaam gesprek, het was op de dag van de uitspraak in de zaak van toenmalig justitieminister Santokhi tegen hoofdinspecteur George Biervliet. Aan mij werd de vraag gesteld wat ik vond van de uitspraak en ik zei dat ook de minister onderworpen is aan wet en recht en dat dit een belangrijk bewijs is dat wij in een rechtsstaat leven.” Er zou hierna een antecedenten- en milieuonderzoek volgen. Het antecedentenonderzoek verliep volgens Doekhie goed. Ten aanzien van het milieuonderzoek werden haar vragen gesteld betreffende haar politieke kleur, of Bouterse weleens thuis bij haar vader had geslapen en wat haar mening was omtrent het strafvonnis van Bouterse. Twee weken later ontving zij een schrijven van de minister van Justitie en Politie dat zij was afgewezen vanwege haar ‘negatieve milieu’. Dat vond zij raar en ze schreef een brief via de minister om te vragen wat de reden van de afwijzing inhield. Minister Santokhi, dus niet de Raad, heeft toen de brief beantwoord, waarbij werd aangegeven dat haar milieu negatief was en dat gekeken was naar haar familieleden en met wie zij bemoeien. Volgens Chantal Doekhie werd zij afgewezen op basis van zaken die niets met haarzelf te maken hadden. Zij ervoer dit als oneerlijk, omdat zij geen invloed kan uitoefenen op het gedrag van haar familieleden, vrienden en de mensen in haar buurt. Zij stelde dan ook dat de Raad voor de Selectie zonder enige politieke inmenging moet kunnen werken.
Ook de toenmalige Deken van de Orde van Advocaten scheen twijfels te hebben over het functioneren van deze Raad. Hij stelde onomwonden dat “bij de rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie sprake is van politieke beïnvloeding”.
Wat Doekhie steekt is hoe het milieu- en antecedentenonderzoek is verricht van iemand die van Guyanese komaf is. En waarom dat wel positief is bevonden.