De verdachte Armando T. verklaarde bij kantonrechter Marie Mettendaf dat de benadeelde majoor van politie H.L. onterecht gericht op hem heeft geschoten. Armando heeft op 25 maart 2014 samen met zijn vriend Clayton in de woning van H.L. ingebroken. Volgens de verdachte werd hij die bewuste avond door Clayton gevraagd om ergens geld te gaan ophalen. Toen hij bij de woning van de politieagent aankwam, moest hij op zeggen van Clayton voorin wachten, terwijl hij iemand aan de achterkant zou ontmoeten. Echter ging het alarm van de woning af. Armando ging direct kijken wat er was gebeurd. Tot zijn schrik zag hij Clayton in de woning met een lampje. Hij zou hierna rustig buiten zijn blijven wachten, tot de eigenaar aankwam.
De benadeelde wetsdienaar vertelde aan de magistraat dat hij die avond niet thuis was. Van het afgaan van het alarm kreeg hij gelijk een melding op zijn mobiele telefoon. Hij reed terstond naar huis. Thuis aangekomen liep hij naar de achterdeur van de woning en zag tot zijn schrik dat de achterdeur open stond en dat de lichten uitgeschakeld waren. Hij keek naar binnen en zag een klein lampje van een mobiele telefoon branden. Ook hoorde hij stemmen van twee mannen in de woning. ‘Skowtu’, schreeuwde de onderinspecteur van politie toen hij zijn dienstwapen gericht op de inbrekers hield. Desondanks kozen beide criminelen ervoor om regelrecht naar buiten te rennen. H.L. was genoodzaakt om gericht op het rechterbeen van Armando te schieten. Hierna werd hij gearresteerd. Deze zaak wordt op 22 mei verder behandeld.
FR
