Deze week heeft het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (Nimos) een bijeenkomst gehouden voor de ‘Major Groups Collective’ in het kader van REDD+. Januari vorig jaar heeft de Wereldbank het voorbereidende projectdocument van Suriname voor het implementeren van REDD+ goedgekeurd, het zogenaamde Readiness Preparation Proposal (R-PP). REDD+ staat voor het verminderen van uitstoot van koolzuurgassen door ontbossing en bosdegradatie. Nimos heeft de projectleiding over het implementeren van de planning zoals aangegeven is in de R-PP. In dit kader worden er verschillende activiteiten ontwikkeld, te weten: informatiemeetings en dialoog met diverse doelgroepen, een nationale conferentie, een training voor overheidsmedewerkers in het omgaan met binnenlandbewoners en de eerdere aangekondigde internationale conferentie.
De Major Groups Collective heeft volgens de R-PP een adviserende rol naar het Nimos en is samengesteld uit vertegenwoordigers uit verschillende niet-overheidsgroepen zoals de tribale volken, vrouwen, kinderen en jeugd, private sector en industrie, wetenschappers en onderzoekers, landbouwers, en NGO’s. De vertegenwoordigers moeten als een adviesorgaan gaan fungeren en zorgpunten naar voren brengen en opheldering eisen. “Het gaat erom hoe wij als Suriname willen omgaan met ons bos. We zijn het bosrijkste land in de wereld en van ons wordt vanuit het REDD+ programma gevraagd hoe we dat beheer verder willen hebben en uitvoeren en hoe we de ontwikkeling willen bewerkstelligen”, aldus Cedric Nelom, waarnemend directeur van Nimos.
De voornaamste zorgpunten en opheldering gingen voornamelijk om de grondrechtenproblemen waar tribale volkeren mee geconfronteerd worden. Het sentiment op de bijeenkomst was dan ook dat internationale belangen bepalen hoe men met het bos omgegaan wordt. “REDD+ gaat het grondrechtenprobleem niet oplossen”, zegt Nelom. Informeren en betrekken bij besluitvorming, economische activiteiten en studies als het gaat om activiteiten die inheemse en tribale volken beïnvloeden zijn essentieel, gaf hij aan.