Tijdens de begrotingsbehandeling heeft Henk Ramnandanlal (MC/Palu) concrete voorstellen gedaan om te komen tot structurele wijzigingen in de wijze waarop de regering begroot en vervolgens beleidszaken uitvoert. Ramnandanlal stelt voor dat de overheid in principe een onderscheid moet maken tussen reguliere inkomsten en vaste uitgaven (lopende uitgaven) en niet-reguliere inkomsten en niet-reguliere uitgaven (de uitgaven aan het beleidsprogramma en de gelden die geleend moeten worden). De begrotingen van de overheid bestaat volgens Ramnandanlal in principe ook uit een lopende rekening en een kapitaalrekening. Op de lopende rekening zijn de reguliere inkomsten (belastingontvangsten – directe en indirecte belastingen – en de niet belastingontvangsten) opgenomen, alsook de reguliere uitgaven (lonen en salarissen, goederen en diensten, subsidies en bijdragen en interest).
In de afgelopen 10 jaren heeft de Surinaamse overheid volgens de politicus altijd een positief saldo gehad op de lopende rekening. De parlementariër wil hiermee aangeven dat Suriname altijd meer geld heeft binnengekregen uit eigen verdiensten dan noodzakelijk was om de vaste uitgaven voor het overheidsapparaat te doen. Deze overheidsbesparingen kunnen van tevoren worden gepland en in de begrotingen vervolgens gebruikt worden om ten dele het beleidsprogramma te financieren. Het tekort aan gelden om het beleidsprogramma te financieren, moet dan vervolgens geleend worden. Op deze manier van begroten, kan volgens Ramnandanlal zichtbaar worden gemaakt wat gefinancierd zal worden uit eigen verdiensten en waarvoor er geleend zal worden. Deze wijze van begroten heeft als voordeel dat de uitgaven beter afgestemd worden op de inkomsten van het land en het voorkomt de structurele cash-flowproblemen. Verder kan ook de uitvoering van het beleidsprogramma beter worden gepland.
Genaro Alpin