Onlangs las ik op een site het volgende: “Alle RVC-leden van Pertjajah Luhur die in verschillende bedrijven en stichtingen zitten, moeten onmiddellijk opstappen, want wij willen geen gifmengers in onze keukens hebben”. Deze uitspraak komt van de 60-jarige parlementariër van Nickerie, welke meer bekend staat als “de President van Nickerie”. Met het eerste deel van de zin kan niemand moeite hebben. Vanaf 14 april 2014 is de politieke constellatie in Suriname gewijzigd en mensen die een politieke functie in bedrijven en stichtingen bekleden als rvc-leden, zullen plaats moeten maken. Met het tweede deel van de zin heb ik mij diep geschaamd. Hoe kan een volksvertegenwoordiger van Suriname in het openbaar zeggen: “wij willen geen gifmengers in onze keukens hebben”. Hoe kan men echte Surinamers betitelen als gifmengers? Deze uitspraak noopt mij om dit artikel te schrijven.
Oppositie en coalitie zullen altijd blijven
Binnen het democratische bestel kennen wij het systeem van oppositie en coalitie. De coalitieleden zijn de machthebbers en de oppositieleden zitten buiten het machtscentrum, maar leveren een wezenlijke bijdrage aan het goed functioneren van de democratie. Dankzij de heilige geschriften als de Bijbel, de Koran en de Veda’s heeft de mens als denkend wezen een lijdraad gehad om als beschaafde mensen te leven in deze wereld. Als wij de Bijbel zouden lezen en slechts een deel hiervan tot ons zouden nemen in ons functioneren in de samenleving, zouden wij vandaag een andere wereld hebben. Wij zouden in harmonie en vrede leven met elkaar. Wij zouden vandaag op deze aardbol geen haat, geen wrok, geen moorden, geen diefstal hebben. In de Bijbel staat geschreven: “Hebt uw naaste lief gelijk u zelve; gij zult niet stelen; gij zult niet doden; eer uw vader en uw moeder” en zo kan ik uit de Bijbel blijven citeren.
Inspirerende woorden van de president van Suriname
Op 12 augustus 2010 heeft de president zijn inaugurele toespraak gehouden in het NIS. Ik citeer slechte enkele zinnen uit zijn toespraak die zeer hoopgevend en inspirerend waren voor het totale Surinaamse volk: “De oppositie is niet onze tegenstander, de oppositie zien wij als samenwerkingspartner om met ons beleid te maken en te voeren om zo het breedst mogelijke draagvlak te realiseren. Wij zullen aan iedereen, op basis van zijn of haar talent, gelijke kansen bieden om zich te ontplooien. Het is onze grondwettelijke plicht om te bewerkstelligen dat iedere Surinamer, ongeacht geloof, ideologie, etnische herkomst, politieke oriëntatie, woonplaats in de kustvlakte of in het binnenland, in de gelegenheid wordt gesteld om ingezet te worden voor de harmonieuze ontwikkeling van ons land”. De president is bijna elke avond op alle televisiestations te horen en hij zegt het volgende: “al houden jullie niet van mij, maar ik houd van jullie”. In de praktijk blijkt dat de woorden van de president niet in overeenstemming zijn met zijn daden. Ruim twee jaren terug was de ex-president van Guyana in Suriname. De president was samen met Rawlings in het partijcentrum van de Pertjajah Luhur aan de Gemenelandsweg. Daar zou de president gezegd hebben dat hij de coalitie kent en de oppositie heeft hij zeer negatief besproken. De Vader des Vaderlands was niet netjes tegenover een groot deel van het Surinaamse volk welke tot de oppositionele partijen behoort.
De paarse partij is geen vijand van ons
Ik heb van mijn politieke goeroe, mr. Jagernath Lachmon, geleerd dat je alle Surinamers, ongeacht hun politiek kleur, met respect moet behandelen. De oppositie heeft hij nooit als vijand gezien, maar mensen die een andere ontwikkelingsvisie hebben. De leden van de paarse partij zien wij ook niet als vijanden van ons, maar mensen die een andere visie op na houden. Daarom neem ik het meneer Limbopersad (regeringswoordvoerder) heel kwalijk als hij anderen vaak uitmaakt voor gifmengers. Tegen Hardeo Ramadhin heeft hij (meneer Limbopersad) vaak het woord gifmenger gebruikt. Het woord gifmenger(s) wordt nu ook door een andere exponent van de paarse partij, die tevens parlementariër van Nickerie is, gebruikt om de leden van de Pertjajah Luhur die in besturen en stichtingen zitten als rvc-leden aan te duiden. De “President van Nickerie” wordt door zijn politieke superieuren niet gecorrigeerd.
Opvoedende taak niet verzaken
Politici zijn opvoeders. Zij moeten zich in alle opzichten als fatsoenlijke en voorbeeldige burgers gedragen. Anderen letten ook op hen wat zij doen en ook zeggen. Zij worden goed betaald door de belastingbetalers. Waar men ook zit moet men zich keurig gedragen en hun werk zo correct mogelijk doen. Ik vind het jammer dat wij na 39 jaar onafhankelijkheid (free, merdeka, azadie) ons niet verheven hebben boven partijpolitiek denken. Mevrouw Karta-Bink heeft als districtscommissaris een goede job gedaan in Commewijne, maar zij wordt weggehaald, omdat de Pertjajah Luhur niet meer in de regering zit. Men is rancuneus in dit land, terwijl men ons elke avond ons komt vertellen met een zeer inspirerende slogan als: “al houden jullie niet van mij, maar ik houd van jullie”.
Ruim 41 jaar terug was het politiek denken van de Surinamers op hoger niveau. Op 19 november 1973 heeft de NPK-I (bestaande uit de NPS, KTPI,PNR en PSV) de verkiezingen gewonnen en de VHP/PNP regering moest plaats nemen in de oppositiebanken. De VHP en de NPS waren toen politieke aartsrivalen. Een ieder had gedacht dat VHP-toppers ontheven zouden worden. De toenmalige districtscommissaris van Nickerie, de VHP’er R.P.Bharos (een boezemvriend van mr. J.Lachmon), werd met rust gelaten door de vicepresident H.A.E.Arron en de minister van Districtsbestuur en Decentralisatie, O.W. van Genderen. Zie daar de politieke grootheid van de NPS. Mensen die een goede job doen, moet je met rust laten. Ook na de verkiezingen 1977 mocht de VHP’er R.P. Bharos blijven als districtscommissaris van Nickerie. In 1978 is deze commissaris met pensioen gegaan.
Tenslotte wil ik de huidige machthebbers oproepen om de politieke opponenten (Surinamers) met respect te behandelen. Wat vandaag oppositie is, kan morgen coalitie worden. Aan de “President van Nickerie”, de 60-jarige parlementariër, wil ik vragen om het volgende citaat uit de Bhagavad Gita goed door te nemen: “sattvāt sañjāyate jñānam rajaso lobha eva ca pramāda-mohau tomaso bhavato jñānam eva ca”. De vertaling van dit citaat is het volgende: “Uit de hoedanigheid goedheid komt werkelijke kennis voort; uit de hoedanigheid hartstocht komt hebzucht voort en uit de hoedanigheid onwetendheid komen dwaasheid, waanzin en illusie voort ”.
Hardeo Ramadhin