De dag van viering van de strijd en de waardigheid van de arbeidersklasse, van de hoop op een rechtvaardige samenleving, begon als herdenking van de moord op demonstrerende stakers in Chicago. Het werd gedurende een lange tijd als normaal beschouwd dat werkdagen wel eens langer dan acht uren duurden. Maar steeds meer mensen in steeds meer landen pleitten voor achturige werkdagen. Terwijl het in enkele gevallen lukte de achturige werkdag probleemloos in te voeren, moesten er in andere gevallen eerst worden gestaakt, soms met dodelijke afloop, zoals het geval was op 3 mei 1886 in de McCormick-fabrieken in Chicago, Amerika. Als gevolg hiervan besloot de Amerikaanse vakbondsfederatie American Federation of Labor in 1888 om voortaan ieder jaar op 1 mei te demonstreren voor achturige werkdagen, ook om de slachtoffers van de destijds gehouden staking in Chicago te herdenken.
Ook in Suriname wordt de Dag van de Arbeid oftewel Wrokoman Dey jaarlijks op 1 mei herdacht. In de koloniale tijd ontstonden er vele opstanden vanwege de heer-en-meesterhouding van de werkgevers. Een heel slimme Surinamer, te weten Louis Doedel, kwam op voor de werknemers die onder verdrukking waren van het toenmalig koloniaal bestuur. Tijdens een werknemerscongres werd sterk opgeroepen om tegen deze machthebbers te ageren. Het accent werd toen verlegd naar verzet in plaats van opkomen voor de bescherming van werknemers en goede arbeidsverhoudingen. Uiteindelijk brak er in 1969 een vakbondsstrijd uit. Op 1 mei 1970 werd de Dag van de Arbeid geproclameerd en uitgeroepen tot nationale feestdag, gelijkgesteld met de zondag.
Een andere bekende Surinamer die opkwam voor de rechten van de arbeidende klasse was Anton de Kom. Geboren in 1898 te Paramaribo, luisterde De Kom naar de klachten van arbeiders en riep steevast op tot organisatie en solidariteit. Hij schreef een boek over de verschrikkingen van de slavernij in Suriname en wist hiervan af omdat zijn grootmoeder nog als slavin op de plantages had gewerkt. De Kom was een idealist die in Suriname én in Nederland streed tegen onderdrukking en maakte daarbij geen onderscheid naar huidkleur of afkomst.
Anno 1 mei 2014 merkt de Pertjajah Luhur dat er tal van vakbewegingen zijn die opkomen voor de belangen van werknemers, maar hun positie is helaas nog verre van ideaal. In dat kader noemen we:
– een gelijkwaardige behandeling van werknemers
– gelijkwaardige voorzieningen voor contractarbeiders
– het versterken van de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt
– respect voor de cultuurpatronen, met als voorbeeld het concubinaatschap, m.n. in gevallen
waarbij de partners niet worden meegenomen in de sociale voorzieningen
– lange werktijden tegen een karig loon
– vaststellen van een minimumloon
– herziening van de ontslagwetgeving
– controle op werkgevers m.b.t. de ongevallenverzekering voor hun werknemers.
Dit is slechts een greep van knelpunten die er zijn bij de arbeidersklasse in het algemeen.
De Pertjajah Luhur is van mening dat het vanwege de werknemers is dat het mogelijk is om ontwikkeling te brengen in Suriname, en roept dan ook alle betrokken partijen op om de roep om gelijke behandeling, bescherming en verbetering van de werkomstandigheden van alle werknemers volledig te ondersteunen.