“Alles wat te is, is niet goed”, zei mijn moeder vroeger altijd. Een oude wijsheid. Te veel schuld- en schaamtegevoelens laten een mens lijden. Te weinig bederft de samenleving. Volwassenen hebben een juiste hoeveelheid schuld- en schaamtegevoelens nodig om niet ziek of asociaal te worden.
Er loopt een ononderbroken lijn tussen goed en slecht en we hebben allemaal een plekje ergens op die lijn. Als we kijken naar de publieke en semipublieke functionarissen dan mogen we ervan uitgaan dat ze aan de goede kant van de lijn zitten, dus dat ze goed handelen. Helaas zijn er enkelen die lelijke dingen doen. Het lijkt alsof bij hen het schuld- en schaamteapparaat in het brein kapot is; het instrument geeft niet aan wanneer een grens wordt overschreden. Ze handelen corrupt, kunnen zich niet inleven in de schade die ze aanrichten, hebben maling aan wat anderen van ze vinden of geven anderen de schuld van hun wangedrag.
Publieke functionarissen worden betaald met belastinggeld. Ze dienen zich fatsoenlijk te gedragen. Ze mogen bijvoorbeeld niet graaien, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ze dienen een spiegel te zijn voor het volk, zoals een ouder een spiegel is voor het kind. Ze moeten het goede voorbeeld geven. Als ze zich schaamteloos en onverantwoordelijk gedragen dan is er een grote kans dat een deel van het volk zich ook schaamteloos en onverantwoordelijk zal gaan gedragen. Het beschavingspeil gaat dan omlaag.
In de kranten en in de ‘mofo koranti’ verschijnen niet zelden berichten van corrupte ambtsdragers. Onder corruptie wordt hier verstaan: fraude, omkoping, vriendjespolitiek met als risico dat personen een baan krijgen waarvoor ze niet geschikt zijn, exorbitante salarissen voor bestuurders, belangenverstrengeling, zelfverrijking en machtsmisbruik. Zulke handelingen ondermijnen het vertrouwen van het publiek in het werk van de overheid. Namen noemen is riskant, maar ook niet nodig. Het gaat hier niet om personen, maar om goed gedrag en beschaafde omgangsvormen die een samenleving psychisch gezond houden.
Een opvoeding die goed genoeg is, leert een kind omgaan met schuld- en schaamtegevoelens. Het kind leert het verschil tussen goed en kwaad en leert zichzelf te boordelen of het goed of kwaad handelt. Als het oordeel negatief is dan heeft het last van schuld- of schaamtegevoelens, gevoelens die in de juiste mate een beetje pijn doen en leiden tot herstelgedrag, bijvoorbeeld vragen om excuses, beloven om het nooit meer te doen of een straf of boete accepteren. Dit leidt tot gezonde relaties tussen mensen.
Het schuld- en schaamteapparaat kan tijdelijk zijn uitgeschakeld door een storing. Mijn moeder vertelde mij het volgende verhaal. Er verscheen met enige regelmaat een jongeman op haar erf om vruchten te stelen. Dit ging lange tijd zo door. Op een dag vlak voor het kerstfeest, stopte een auto voor haar deur. In de auto zat een jongeman, die werd rondgereden door zijn moeder. De auto was volgestopt met kerstbroden. De netjes geklede jongeman stapte uit de auto, bekende dat hij de vruchtendief was en bood mijn moeder, de echte eigenaar van de vruchten, met gêne zijn excuses aan en gaf haar een kerstbrood. Hij vertelde dat hij verslaafd was maar nu door God was genezen. Moeder en zoon reden vervolgens weg, op naar het volgende slachtoffer om daar hetzelfde ritueel te herhalen.
Door zijn volwassen gedrag, het tonen van de juiste hoeveelheid schuld- en schaamtegevoelens, liet deze jongeman zien dat hij een goed mens was geworden en kon hij worden vergeven. De negatieve gevoelens verdwenen en het einde van verhaal was toch positief. Hij was genezen en voelde weer de juiste hoeveelheid schuld- en schaamtegevoelens om goed te handelen en de schade die hij had veroorzaakt te herstellen.
Corrupte publieke functionarissen lijden waarschijnlijk niet aan psychische stoornissen in engere zin. Ze hebben mogelijk weinig last van schuld- en schaamtegevoelens door een gebrekkige opvoeding of ze lijden wel aan schuld- en schaamtegevoelens maar lossen die pijnlijke emoties op in alcohol. Anderzijds is het mogelijk dat het slechte gedrag wordt aangewakkerd door onduidelijke of gebrekkige handhaving van wetten en regels. De gelegenheid maakt dan de dief.
Een gebrek aan schuld- en schaamtegevoelens in de politiek en bij de overheid is ongezond, omdat het leidt tot antisociaal gedrag in de samenleving. De geest is gewillig maar het vlees is zwak. Daarom moet de goede wil worden ondersteund om verleidingen te kunnen weerstaan. Dit kan door goede wetgeving tegen corruptie, die dan ook nog moet worden toegepast. Zo een toegepaste wetgeving is opvoedend en beschavend. Politieke partijen kunnen bijdragen door hun kandidaten regelmatig te screenen op goed gedrag, om de rotte appels, diegenen die zich onverantwoordelijk, schaamteloos of arrogant gedragen, eruit te halen om niet het politieke bedrijf of overheidsapparaat te bederven. Geen beschaafd mens zal hiertegen zijn. En het is allemaal niet zo ingewikkeld. Je moet het alleen maar willen.
D. Balraadjsing